Gaskeur CW geeft de basiseisen aan m.b.t. tapdrempel,
wachttijd, gelijkmatigheid van temperatuur en rendement.
Toelichting Gastec CW toepassingsklasse
Het Gaskeur CW-label is een prestatielabel voor gas-
gestookte warmwaterbereiders en geeft aan dat het
betreffende toestel bij de bereiding van warm tapwater
voldoet aan specifi eke eisen met betrekking tot een aantal
doelmatigheids- en comfortaspecten.
Toepassingsklasse 3
Geschikt voor:
• het voeden van een keukentappunt met tenminste
3,5 liter/min van 60°C
• een douchefunctie van 6 liter/min tot tenminste
10 liter/min van 40°C
• het vullen van een klein bad van 100 liter met
10 liter/min van gemiddeld 40°C
• het tegelijk kunnen gebruiken van deze functies is
niet vereist.
Toepassingsklasse 4
Geschikt voor:
• een CW-tapdebiet van tenminste 7,5 liter/min. van 60°C
• een douchefunctie vanaf 3,6 tot tenminste
7,5 liter/min van 60°C (dit komt overeen met 6 tot 12,5
liter/min bij 40°C)
• het vullen van een bad met 120 liter water van 40°C
gemiddeld, binnen 11 minuten
• het tegelijk kunnen gebruiken van deze functies is niet
vereist.
Effectieve toestel wachttijd
De effectieve toestel wachttijd is de tijd die het duurt
vanaf het openen van de tapkraan tot het bereiken van
een temperatuurverhoging van 40 K, gemeten aan de
toesteluitlaat, met het CW-tapdebiet.
Maximale leidinglengte
De maximaal toepasbare leidinglengte waarbij na
30 seconden vanaf begin tappen de vereiste blijvende
temperatuurverhoging (volgens Gaskeur CW) is bereikt.
De maximale specifi eke leidinglengte 10/12 mm is de
maximale lengte die de warmwaterleiding van 10 mm
inwendig en 12 mm uitwendig mag hebben om nog aan
de criteria van het Gaskeur CW-label te voldoen.
2.13 CE-markering
Met de CE-markering wordt aangegeven dat het toestel
voldoet aan de criteria van de:
Gastoestellenrichtlijn 90/396/EEG
EMC-richtlijn 89/336/EEG
Rendementsrichtlijn 92/42/EEG
Machinerichtlijn 89/392/EEG, 91/386/EEG, 93/68/EEG
16
2.14 Metalen onderdelen
GEVAAR!
Tijdens het installeren van het
apparaat dient men voorzichtig te
zijn met het hanteren van onderdelen
van metaalplaat om verwonding te
voorkomen.
2.15 Wettelijke verplichtingen
Handel altijd volgens de laatste eisen zoals omschreven
in de meest recente uitgave van het bouwbesluit,
NEN 1078, NPR 3378, NEN 1087, NPR 1088, NEN 2757,
NEN 3028, NEN 1010 en NEN 1006; AVWI of de meest
recente van toepassing zijnde normen. Houd tevens
rekening met de plaatselijk geldende voorwaarden.
2.16 Gastoevoer
De gasaansluiting dient gemaakt te worden in overeen-
stemming met "Voorschriften voor aardgasinstallaties"
NEN 1078 en NEN 3028.
• Controleer de leidingen op vervuiling. Afpersen met
druk mag gebeuren met een druk van maximaal
100 mbar (buiten het toestel, dus exclusief gasblok).
2.17 Technische gegevens
Het typeplaatje met specifi caties bevindt zich op de deksel
van de controlbox.
Technische gegevens zie hoofdstuk 14 op pagina 46.
Alle afmetingen worden aangeduid in millimeters (tenzij
duidelijk iets anders wordt vermeld).
2.18 Elektrische aansluiting
De ketel moet worden aangesloten op een wandcontact-
doos voorzien van randaarde, met een permanente voe-
ding van 230 V~, 50 Hz.
2.19 Condensafvoer
Er moet een afvoerpijp worden aangebracht om condens-
water te kunnen afvoeren naar een afvoer.
Deze afvoer open aansluiten op het riool, welke voorzien
moet worden van een stankafsluiter.
2.20 Regeling van het verwarmingssysteem
Aanbevolen wordt de ketel aan te sturen met behulp van
een kamerthermostaat. U kunt ook gebruik maken van
thermostaatkranen. Het is dan belangrijk dat de installatie
voorzien wordt van een bypass (zie hoofdstuk 5.1.2).