PROBLEMEN OPLOSSEN
U kunt de meeste problemen met uw loopband oplossen door de hieronder genoemde stappen te volgen.
Zoek het probleem dat bij u van toepassing is en volg de instructies. Mocht u verdere hulp nodig hebben,
neem dan contact op met de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht.
PROBLEEM: De stroom is niet ingeschakeld
OPLOSSING: a.Zorg ervoor dat de stekker goed is aangesloten in een geaard stopcontact (zie pagina 9). Mocht
een verlengsnoer nodig zijn gebruik dan alleen een snoer van 1,5 meter of korter.
b. Nadat u de stekker heeft nagekeken, zorg er dan voor dat de sleutel zich goed in het bediening-
spaneel zit.
c. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op
het onderstel van de loopband. Als de knop uit-
steekt zoals aangegeven is de stroomonderbreker
doorgeslagen. Wacht 5 minuten en druk de scha-
kelaar opnieuw in om de stroomonderbreker op-
nieuw in werking te stellen (te resetten).
d. Bekijk de aan/uit knop die zich bij het electriciteits-
noer van de loopband bevindt. De knop moet zich
in de aan positie bevinden.
PROBLEEM: Stroomuitval tijdens gebruik
OPLOSSING: a. Controleer de stroomonderbreker bij het snoer op het onderstel van de loopband (zie tekening
boven). Als de stroomonderbreker is doorgeslagen, wacht dan 5 minuten en druk dan de scha-
kelaar weer in.
b. Zorg ervoor dat de stekker in het stopcontact steekt. Als de stekker in het stopcontact steekt,
haal hem er uit, wacht 5 minuten en steek de stekker opnieuw in het contact.
c. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel. Steek de sleutel opnieuw goed in het bedieningspaneel.
d. Zorg ervoor dat de aan/uit knop zich in de aan positie bevindt.
e. Als de loopband nog niet wil draaien, bel dan de winkel waar u dit apparaat hebt gekocht.
PROBLEEM: De displays van het bedieningspaneel werken niet naar behoren
SOLUTION: a. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel en de
stekker uit het stopcontact. Leg de loopband voor-
zichtig neer zoals in tekening a is aangegeven. Draai
de Schroeven (66) uit de kap. Til de Staanders (110)
en verwijder voorzichtig de kap.
Zoek de Sensor (35) en de Magneet (30) aan de linker-
kant van de Katrol (29). Draai de Katrol zodanig dat de
Magneet gelijk staat met de Sensor. Zorg ervoor dat
de afstand tussen de Magneet en de Sensor onge-
veer 3 mm is. Draai, indien nodig, de Schroef (49) wat
los en verplaats de Sensor enigszins. Draai de Schroef
weer vast. Maak de kap weer vast en laat de loopband
een paar minuten draaien om de snelheidsmeting na te
kijken.
c
Doorge-
slagen
d
a
110
Zicht
van boven
25
Resetten
Aan
positie
66
3 mm
29
49
30
35