6. Onderhoud, opslag, transport
6.1 Onderhoud
- Uitsluitend reinigen met zachte, droge doek.
In noodgevallen reinigen met doek die is
bevochtigd met zuivere alcohol of water.
Gebruik geen andere vloeistoffen: deze
kunnen de kunststofdelen beschadigen.
Zorg ervoor dat het apparaat niet wordt
blootgesteld aan hoge temperaturen,
vooral bij 's zomerse opslag in voertuigen.
(Opslagtemperatuur –20° C tot +60° C
(-4° F tot +140° F)).
Bij vervuiling van de sensorkop en het
deksel van het batterijcompartiment :
- afnemen en schoonmaken
- indien nodig vervangen
Slijtage (gaten) in de sensorkap geven
aan, dat de kap moet worden vervan-
gen. Hetzelfde geldt voor het deksel van
het batterijcompartiment. Te late vervan-
ging kan leiden tot onherstelbare schade
aan het apparaat. Slijtage aan de sen-
sorkop en het deksel van het batterij-
compartiment kan leiden tot een ver-
minderde nauwkeurigheid van –1 tot – 4
mm bij de meting van de dieptemeting.
6.2 Opslag
Het apparaat moet schoon en droog
worden bewaard. Berg het apparaat niet
op voor het geheel droog is.
Opslagtemperatuur –20° C tot +60° C (-
4° F tot +140° F)
Na langdurige opslag of na een transport dient er
een testmeting te worden uitgevoerd.
Indien het apparaat langere tijd wordt
opgeslagen, dienen de batterijen te wor-
den verwijderd.
6.3 Transport
Gebruik voor het transport de Hilti-koffer.
Verzending dient altijd zonder batterijen
in het apparaat plaats te vinden.
Daardoor worden storing van voertuigen
of vliegtuigen door ongewild inschakelen
van het apparaat uitgesloten.
16
6. Onderhoud, opslag, transport / 7. Aanwijzingen op het display
7. Aanwijzingen op het display
Foutmeldingen:
E1
E2
E3
Het symbool 'batterijen bijna leeg'
wordt getoond
- batterijen vervangen
Sensorfout
Maatregelen
Controleer of aan de kalibratievoorwaar-
den, zoals beschreven in hoofdstuk 3.2,
voldaan is. In- en uitschakelen. Neem
indien de fout blijft bestaan contact op
met de klantenservice van Hilti.
Temperatuur buiten functiegebied
Maatregelen
Schakel het apparaat uit en laat het een
uur lang afkoelen. Controleer of de
omgevingstemperatuur binnen het
gespecificeerde bereik ligt. Neem indien
de fout blijft bestaan contact op met de
klantenservice van Hilti.
Kalibratie niet mogelijk
Maatregelen
Controleer of aan de kalibratievoorwaar-
den, zoals beschreven in hoofdstuk 3.2,
is voldaan. In- en uitschakelen. Neem
indien de fout blijft bestaan contact op
met de klantenservice van Hilti.