4.2.6 Actieve elektrische leidingen lokaliseren
voortzetting
Er moet rekening worden gehouden
met de volgende factoren:
Bij het detecteren van leidingen wordt
de meest waarschijnlijke positie, waar
de elektrische leiding zich bevindt, aan-
gegeven onder de gegeven randvoor-
waarden.
Afgeschermde leidingen en leidingen in
metalen pijpleidingen kunnen niet wor-
den herkend. Metalen pijpleidingen
worden echter wel door de PS 20 als
metaal aangegeven indien zij binnen het
detectiebereik liggen.
Vochtigheid of vochtige materialen
en/of luchtvochtigheid fungeren als een
antenne voor het elektrische veld dat
door de elektrische leiding wordt opge-
roepen, en waardoor het veld over een
groot gebied wordt vergroot.
Daarom kunnen stroomvoerende leidin-
gen in vochtige materialen of in een
vochtige omgeving niet worden geloka-
liseerd.
Detectie van stroomvoerende
elektrische leidingen op ruwe oppervl-
akken en met een hoog gevoeligheids-
niveau (bijv. niveau 6-9) dient met een
zachte, lichte beweging over kleine
oppervlakken te worden uitgevoerd.
Snelle, ruwe bewegingen over een
groot gebied kunnen leiden tot een
onnauwkeurige detectie van stroomvoe-
rende elektrische leidingen.
14
4. Werken met de PS 20