2 P
RODUCTOVERZICHT
A
LGEMENE BESCHRIJVING VAN DE WERKING
V
ACUÜMOPWEKKING
De ejector is geconcipieerd voor de handling van onderdelen in combinatie met va-
cuümsystemen.
Via de signaalingang „Zuigen" wordt de venturisproeier geactiveerd resp. gedeactiveerd.
Bij de NO-variant wordt de venturisproeier bij een aanwezige signaalingang „Zuigen" ge-
deactiveerd, bij de NC-variant daarentegen geactiveerd.
Een geïntegreerde sensor registreert het door de venturisproeier gegenereerde vacuüm.
Dit vacuüm wordt met behulp van elektronica geanalyseerd en dient als basis voor de
weergave van systeemstatussen/toestanden en voor het schakelen van de uitgang.
De ejector beschikt over een geïntegreerde lucht-besparingsfunctie. De ejector regelt in de
bedrijfstoestand „Zuigen" automatisch het vacuüm. De elektronica schakelt daarbij de ven-
turisproeier bij het bereiken van het door de operator ingestelde schakelpunt H1 uit.
Bij kleine te evacueren volumen kan het voorkomen dat het vacuüm pas wezen-
lijk boven het ingestelde schakelpunt H1 wordt uitgeschakeld. Dit verschijnsel
duidt niet op een fout of storing.
De geïntegreerde terugslagklep voorkomt bij vastgezogen objecten met een dicht opperv-
lak dat het vacuüm wegvalt. Indien het systeemvacuüm door optredende lekkages onder
de schakelwaarde H1-h1 zakt, wordt de venturisproeier weer ingeschakeld.
A
(
FBLAZEN
NEERZETTEN VAN HET WERKSTUK
In de bedrijfstoestand „Afblazen" wordt er perslucht op het vacuümcircuit van de ejector
gezet. Daardoor wordt er voor een snelle afname van het vacuüm gezorgd, waardoor het
werkstuk ook snel kan worden neergezet. De bedrijfstoestand „Afblazen" kan ofwel extern
ofwel intern worden aangestuurd.
Bij extern geregeld afblazen wordt de bedrijfstoestand „Afblazen" via de signaalingang
„Afblazen" geactiveerd.
Bij het intern geregelde auto-afblazen wordt automatisch na het verlaten van de bedrijfsto-
estand „Zuigen" voor een bepaalde tijd de klep „Afblazen" aangestuurd.
De ejector beschikt bovendien over de bedrijfsmodus „Handmatig bedrijf". In
deze bedrijfsmodus kan „Zuigen" en „Afblazen" via de toetsen van het folietoets-
enbord van de ejector worden aangestuurd. Zie ook paragraaf „Handmatig be-
drijf".
S
CH MAL Z
(
AANZUIGEN VAN HET WERKSTUK
SCPS - 2
)
)
2-7