3. C851
3.1 BEOOGDE GEBRUIK
De reductiemotoren FAAC serie C851 zijn ontworpen voor de aansturing
van horizontaal bewegende schuifpoorten voor industrieel gebruik.
Op elke vleugel moet één enkele reductiemotor geïnstalleerd wor-
den. De beweging wordt middels een tandheugel aan de poort
overgedragen.
Installaties met C851 moeten bestemd worden voor de doorgang
van verkeer.
Raadpleeg voor de handmatige verplaatsing van de poort § 3.9.
!
Elk ander gebruik dat niet is beschreven is verboden en kan de intact-
heid van het product negatief beïnvloeden en/of een gevaar vormen.
3.2 GEBRUIKSLIMIETEN
De vleugel moet voldoen aan de afmetingen en het gewicht die zijn
gegeven in de technische gegevens. Leef de frequentielimieten
beschreven in de technische gegevens na.
Het is verboden om het product te gebruiken in een configuratie
die afwijkt van hetgeen dat is voorzien door de FAAC S.p.A. Het is
verboden om een willekeurig component van het product te wijzigen.
De aanwezigheid van weersomstandigheden, ook slechts af en toe,
zoals ijs, sneeuw en harde wind kunnen de correcte werking van de
automatisering en de intactheid van de componenten benadelen en
een mogelijk gevaar vormen.
Als een voetgangersdoorgang in de vleugel van de poort is aange-
bracht, moet de aangedreven beweging worden geblokkeerd als deze
doorgang niet is gesloten.
C851 is niet ontworpen als een inbraakbeveiliging.
Voor de vervaardiging van de automatisering is de installatie van de
noodzakelijke veiligheidsinrichtingen vereist. De installateur moet
aan de hand van een risicoanalyse op de installatieplek bepalen welke
veiligheidsinrichtingen nodig zijn.
3.3 ONEIGENLIJK GEBRUIK
- Elk ander gebruik dan het voorziene gebruik is verboden.
- Het is verboden om de automatisering te installeren buiten de
limieten beschreven in de technische gegevens en de instal-
latievereisten.
- Het is verboden om de automatisering te installeren op vlucht-
wegen.
- Het is verboden om de automatisering te installeren voor het
maken van deuren die bescherming bieden tegen brand en/of
rook (branddeuren).
- Het is verboden om de automatisering te installeren op brand-
en/of ontploffingsgevaarlijke plaatsen: de aanwezigheid van
ontvlambare gassen of rook kan de veiligheid ernstig in gevaar
brengen (het product is niet gecertificeerd conform de richtlijn
94/9/EC ATEX).
- Het is verboden om de installatie te voeden met andere energie-
bronnen dan is voorgeschreven.
- Het is verboden om in de handel verkrijgbare systemen en/of
gereedschappen die niet voorzien zijn toe te passen of om ze
te gebruiken voor doeleinden die niet door de respectievelijke
fabrikanten zijn voorzien.
- Het is verboden om accessoires te gebruiken en/of te installeren
die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door FAAC S.p.A.
- Het is verboden om de automatisering te gebruiken alvorens de
inbedrijfstelling te hebben verricht.
- Het is verboden om de automatisering te gebruiken bij defecten/
storingen die de veiligheid in gevaar kunnen brengen.
- Het is verboden om de automatisering te gebruiken met gede-
monteerde of omzeilde beweegbare en/of vaste afschermingen.
- De reductiemotor niet blootstellen aan directe waterstralen,
ongeacht het type of de afmeting.
C851
- De reductiemotor niet blootstellen aan chemische producten of
agressieve omgevingsomstandigheden.
- De automatisering niet gebruiken wanneer personen, dieren of
voorwerpen binnen de actieradius aanwezig zijn.
- Tijdens de beweging buiten de actieradius van de automatisering
blijven en/of er niet in stilstaan.
- Probeer de beweging van de automatisering niet tegen te
houden.
- Niet op de vleugel klimmen, deze vastpakken of u erdoor laten
voortslepen. Niet op de reductiemotor klimmen of zitten.
- Niet toestaan dat kinderen de actieradius van de automatisering
benaderen of erin spelen.
- De bedieningsinrichtingen niet laten gebruiken door iedereen
die niet uitdrukkelijk bevoegd en ingelicht is.
- De bedieningsinrichtingen niet laten gebruiken door kinderen of
personen met beperkte lichamelijke en geestelijke capaciteiten,
tenzij onder toezicht van een volwassene die voor hun veiligheid
verantwoordelijk is.
!
Tijdens de handbediende verplaatsing de vleugel tot aan de eind-
schakelaar begeleiden. De vleugel niet met de hand aanduwen en
vervolgens loslaten.
3.4 GEBRUIK IN GEVAL VAN NOOD
In alle situaties waarin een storing, een noodgeval of een defect
optreedt, moet u de elektrische voeding van de automatisering on-
derbreken. Indien de condities aanwezig zijn om de poortvleugel
in alle veiligheid handmatig te bewegen, gebruikt u de HANDMATIGE
WERKING. Anders moet u de automatisering buiten dienst houden
tot die gereset/gerepareerd is.
In geval van een defect mag de reset/reparatie uitsluitend door de
INSTALLATEUR/ONDERHOUDSTECHNICUS worden uitgevoerd.
8
532176 - Rev.B