3 Symbolen: persoonlijke beschermingsmiddelen
De persoonlijke beschermingsmiddelen moeten worden gedragen om bescherming te
bieden tegen eventuele risico's (bijv. pletten, snijden, afknellen...):
Het is verplicht om een masker/veiligheidsbril te dragen om de ogen te
beschermen tegen eventuele scherven die kunnen ontstaan bij gebruik
van een boormachine of lasapparaat
Het is verplicht om werkhandschoenen te dragen
Het is verplicht om veiligheidsschoenen te dragen
2. AANBEVELINGEN VOOR DE VEILIGHEID
Dit product is als "deelmachine" op de markt gebracht en mag daarom
niet in bedrijf worden gesteld zolang de machine, waarin deze
deelmachine wordt ingebouwd, niet door de constructeur in over-
eenstemming met de Machinerichtlijn 2006/42/EC wordt verklaard.
!
Een foutieve installatie en/of een foutief gebruik van het product
kan ernstige lichamelijke letsels veroorzaken. Lees de instructies
vooraleer activiteiten op het product uit te voeren en neem ze in
acht. Bewaar de instructies om ze later te kunnen raadplegen.
Voer het installeren en de andere activiteiten uit volgens de sequenties
in de instructiehandleiding.
Respecteer altijd alle voorschriften in de instructies en in de tabellen
met waarschuwingen aan het begin van de paragrafen. Respecteer
altijd de aanbevelingen voor de veiligheid.
De installateur en/of de onderhoudstechnicus zijn de enigen die op
de componenten van de automatisering interventies mogen uitvoe-
ren. Voer geen wijzigingen aan de oorspronkelijke componenten uit.
Baken de werf af waar gewerkt wordt (ook als dit maar tijdelijk is) en
verbied de toegang/passage. Voor landen van de EU moet de norm
worden nageleefd die de Europese richtlijn inzake bouwplaatsen
92/57/EC in uitvoering brengt.
De installateur is verantwoordelijk voor het installeren/testen van de
automatisering en het opstellen van het register van het systeem.
De installateur moet aantonen of verklaren dat hij technisch-profes-
sioneel bekwaam is om het installeren, testen en onderhoud uit te
voeren volgens de voorschriften in deze instructies.
2.1 VEILIGHEID VAN DE INSTALLATEUR
Het installeren vereist bepaalde bijzondere werkcondities om risico's
voor ongevallen en ernstige schade tot een minimum te beper-
ken. Bovendien moeten de nodige voorzorgen worden genomen
om risico's voor lichamelijke letsels of materiële schade te voorkomen.
!
De installateur moet in goede psychisch-lichamelijke condities verke-
ren, en bewust en verantwoordelijk zijn voor de gevaren die kunnen
ontstaan tijdens het gebruik van het product.
De werkzone moet netjes worden gehouden en mag niet onbewaakt
worden achtergelaten.
Draag geen kledij of accessoires (sjaals, armbanden...) die in de bewe-
gende onderdelen kunnen blijven haperen.
Draag altijd de persoonlijke beschermingsmiddelen die voor het uit te
voeren type activiteit aangegeven zijn.
Op de werkplaats is een verlichtingsniveau van minstens 200 lux vereist.
Gebruik machines en gereedschappen met EG-keurmerk, in naleving
van de instructies van de fabrikant. Gebruik werkinstrumenten die
in goede staat zijn.
Gebruik de transportmiddelen en hefwerktuigen die in de handleiding
met instructies zijn aanbevolen.
C851
Gebruik verplaatsbare trappen die met de veiligheidsnorm in over-
eenstemming zijn en geschikte afmetingen hebben, uitgerust met
antislipvoorzieningen op de onderste en bovenste uiteinden en voorzien
van haken om vast te zetten.
2.2 TRANSPORT EN OPSLAG
4 Symbolen: signaleringen op de verpakking.
De instructies doorlezen
Met zorg hanteren, aanwezigheid van kwetsbare onderdelen
Aanduiding boven, niet kantelen
Tegen vocht en water beschermen
20 kg is het maximale gewicht dat door 1 persoon mag worden opgetild
Verplaatsen met een transpallet
Vochtpercentage voor opslag
Opslagtemperatuur
1
Maximaal aantal verpakkingen dat op elkaar mag worden gestapeld
Kg
40
Gewicht van de verpakking
Maximaal aantal pallets dat op elkaar mag worden gestapeld
Niet met gewoon afval weggooien, verwijderen in overeenstemming
met de wet
Draag werkhandschoenen
Draag veiligheidsschoenen
CE-markering
6
532176 - Rev.B