Een patchtest uitvoeren
A-61169_nl juli 2003
Met deze test controleert u of de patchlezer werkt en of uw patches
aan de specificaties voldoen.
U voert als volgt een patchtest uit:
1. Selecteer het pictogram voor Diagnostics Settings (Diagnose-
instellingen)
2. Ga naar de functie Diagnostics (Diagnostisch) met de pijl-links of
de pijl-rechts.
3. Druk op de pijl-omlaag tot Run Patch test (Patchtest uitvoeren) op
het bedieningspaneel verschijnt.
Exit
Diagnostics
Run extended self-test
Run count only
Run print test
Run patch test
4. Selecteer Return.
Voer een document/documenten met een patch/patches in.
5.
Druk op Starten/Hervatten. Wanneer de documenten zijn
6.
gescand, verschijnt het aantal documenten en het aantal
patchtypen dat door de scanner is herkend.
7. Druk op Stoppen/Onderbreken.
.
Settings
3-9