Het scharnierstuk doet dienst als scharnier en stuurt de
richting van de vallende boom.
Als het scharnierstuk te klein is of doorgezaagd is of als de
inkeping of de motorzaagsnede verkeerd geplaatst zijn, kan
men alle controle over de valrichting van de boom verliezen.
Wanneer de motorzaagsnede en de inkeping klaar zijn, moet
de boom uit zichzelf beginnen te vallen of met behulp van de
velwig of het breekijzer.
We raden aan een zaagbladlengte te gebruiken die groter is
dan de stamdiameter van de boom, zodat de zaagsnede en
de inkeping aangebracht kunnen worden met een
zogenaamde "enkelvoudige snede". In Technische gegevens
staat welke zaagbladlengtes aanbevolen zijn voor uw
motorkettingzaag.
Er zijn methodes om bomen te vellen met een stamdiameter
die groter is dan de zaagbladlengte. Bij deze methodes is het
risico dat de terugslagrisico-sector van het zaagblad in
contact komt met een voorwerp erg groot.
WAARSCHUWING! We raden involdoende
!
gekwalificeerde gebruikers ten sterkste af
bomen te vellen met een zaagbladlengte die
kleiner is dan de stamdiameter!
24 –
Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Snoeien
WAARSCHUWING! De meeste
!
terugslagongevallen gebeuren tijdens het
snoeien! Hou steeds in het oog waar de
terugslagrisico-sector van het zaagblad zich
bevindt bij het afzagen van takken die onder
spanning staan!
Zorg ervoor dat u veilig kunt gaan en staan! Werk vanaf de
linkerkant van de stam. Werk zo dicht mogelijk bij de
motorkettingzaag voor een zo goed mogelijke controle. Indien
mogelijk moet u het gewicht van de motorkettingzaag op de
stam laten rusten.
Verplaats u uitsluitend wanneer de stam zich tussen u en de
motorkettingzaag bevindt.
Stam van gevelde boom doorzagen
Zie instructies in het hoofdstuk Basistechniek zagen.