•
Zorg ervoor dat u veilig kunt gaan en staan. Controleer of
er eventuele hindernissen zijn als u onverwacht snel moet
kunnen wegkomen (wortels, stenen, takken, kuilen,
greppels enz.). Wees extra voorzichtig wanneer u op
hellend terrein werkt.
•
Wees extra voorzichtig wanneer u in takken of stammen
zaagt die gespannen staan. Een gespannen tak of stam
kan voor of tijdens het zagen terugspringen in zijn
oorspronkelijke stand. Als u op de verkeerde plaats staat
of de motorzaagsnede op de verkeerde plaats aanbrengt,
kan de tak/stam u of de motorkettingzaag raken zodat u
de controle over de motorzaag verliest. Dit kan tot
ernstige verwondingen leiden.
•
Wanneer u zich verplaatst moet de ketting vergrendeld
worden met de kettingrem en moet de motor
uitgeschakeld worden. Draag de motorkettingzaag met
het zaagblad en de ketting naar achter gericht. Als het om
een langere verplaatsing gaat, moet u de
zaagbladbescherming gebruiken.
•
Wanneer de motor loopt, mag u de motorkettingzaag
alleen neerzetten als u er een wakend oogje kunt op
houden en de ketting vergrendeld heeft met de
kettingrem. Als de motorzaag een langere tijd
"geparkeerd" wordt, moet de motor uitgeschakeld
worden.
20 –
Dutch
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Basistechniek zagen
WAARSCHUWING! Gebruik een
!
motorkettingzaag nooit door deze met uw
ene hand vast te houden. Een
motorkettingzaag is niet veilig onder
controle met een hand; u kunt in u zelf
zagen. Houd de handgrepen altijd stevig met
beide handen beet.
Algemeen
•
Geef altijd volgas bij het zagen!
•
Laat de motor na elke zaagsnede stationair draaien (als
de motor langdurig op volle toeren draait zonder dat hij
belast wordt, d.w.z. zonder de weerstand die de motor bij
het zagen via de ketting ondervindt, kan dit tot ernstige
beschadigingen van de motor leiden).
•
Vanaf de bovenkant zagen = met "trekkende" ketting
zagen.
•
Vanaf de onderkant zagen = met "duwende" ketting
zagen.
Zagen met een "duwende" ketting betekent een groter risico
op terugslag. Zie instructies in het hoofdstuk Maatregelen die
terugslag voorkomen.
Benamingen
Zagen = Algemene benaming voor zagen door hout.
Snoeien = Takken van een gevelde boom afzagen.
Splijten = Wanneer het voorwerp dat u door/af wilt zagen
afbreekt voor u de hele zaagsnede aangebracht heeft.
Voor het zagen moet u rekening houden met vijf erg
belangrijke factoren:
1 De snijuitrusting mag niet vastgeklemd worden in de
motorzaagsnede.
2 Het zaagvoorwerp mag niet splijten.
3 De ketting mag tijdens en na het zagen niet in contact
komen met de grond of een ander voorwerp.