10 Verhelpen van storingen
10.2
Fouten verhelpen
▶
Als foutmeldingen (F.XX) optreden, verhelp de fout dan
na controle van de tabel in de bijlage of met behulp van
het functiemenu (→ Pagina 29) of de controleprogram-
ma's (→ Pagina 21).
Overzicht foutcodes (→ Pagina 45)
Als er meerdere fouten tegelijk optreden, dan geeft het
display de bijbehorende foutmeldingen afwisselend
gedurende telkens twee seconden weer.
▶
Druk op
(max. 3 keer) om het product opnieuw in
gebruik te nemen.
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen en deze ook na ontsto-
ringspogingen opnieuw optreedt, neem dan contact op
met de fabrieksklantenservice.
10.3
Foutgeheugen oproepen/wissen
Als er fouten opgetreden zijn, dan staan max. de 10 laatste
foutmeldingen in het foutgeheugen ter beschikking.
▶
Navigeer naar het menu Foutenlijst en bevestig met
◁
Op het display wordt het aantal opgetreden fouten,
het foutnummer en de bijbehorende tekst weergege-
ven.
▶
Druk op
of
om de verschillende foutmeldingen op
te roepen.
▶
Druk twee keer op
om de foutlijst te wissen.
10.4
Parameters naar fabrieksinstellingen
resetten
Navigeer naar het Menu → Installateurniveau → Dia-
1.
gnosemenu → D.096 Naar fabrieksinstellingen terug-
zetten? en bevestig met
2.
Druk op
om de waarde op 1 te zetten en bevestig
met
.
10.5
Reparatie voorbereiden
1.
Stel het product tijdelijk buiten bedrijf (→ Pagina 35).
2.
Verbreek de verbinding van het product met het elektri-
citeitsnet.
3.
Demonteer de frontmantel (→ Pagina 11).
4.
Sluit de onderhoudskranen in de CV-aanvoer, in de CV-
retour en in de koudwaterleiding.
5.
Als u watervoerende componenten van het product wilt
vervangen, leeg dan het product (→ Pagina 31).
6.
Zorg ervoor dat er geen water op stroomvoerende on-
derdelen (bijv. de schakelkast) druppelt.
7.
Gebruik alleen nieuwe afdichtingen.
32
.
.
10.6
Defecte componenten vervangen
10.6.1 Brander vervangen
1.
Demonteer de compacte thermomodule. (→ Pagina 29)
2
2.
Maak de vier schroeven (1) aan de brander los.
3.
Haal de brander eraf.
4.
Monteer de nieuwe brander met een nieuwe afdichting
(2).
5.
Zorg ervoor dat de uitsparingen in afdichting en brander
boven het kijkglas van de branderflens liggen.
6.
Bouw de compacte thermomodule in. (→ Pagina 31)
10.6.2 Ventilator vervangen
7
6
1.
Haal de luchtaanzuigbuis eraf.
2.
Trek de drie stekkers van het gasblok (5 ) eraf.
3.
Trek de stekker aan de sensor van de venturi (3) eraf
door de grendelnok in te drukken.
4.
Trek de stekker (s) (afhankelijk van de uitvoering van
het toestel) (4) van de ventilatormotor eraf door telkens
de grendelnok in te drukken.
5.
Schroef de beide wartelmoeren (7) en (6) aan het gas-
blok los. Houd bij het losschroeven aan de tegenover-
gestelde zijde van het gasblok met een steeksleutel te-
gen.
6.
Schroef drie schroeven (2) tussen mengbuis (1) en ven-
tilatorflens eruit.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC plus 0020116691_05
1
1
2
3
4
5