3.
Schroef de wartelmoer (2) en de contramoer (1) aan de
behuizing van het product af.
4.
Klap de schakelkast naar voren.
5.
Verwijder de klem aan de stromingssensor (2) .
6.
Haal de buis (1) uit het product.
7.
Spoel de zeef onder een waterstraal tegen de stro-
mingsrichting uit.
8.
Als de zeef beschadigd is, of niet meer voldoende ge-
reinigd kan worden, vervang de zeef dan.
9.
Plaats de buis er opnieuw in.
10. Steek de klem er opnieuw in.
11. Gebruik altijd nieuwe afdichtingen en schroef de wartel-
moeren en de contramoer opnieuw vast.
12. Open de koudwaterstopkraan.
9.9
Compacte thermomodule inbouwen
8
7
6
1.
Steek de compacte thermomodule (2) op de warmte-
wisselaar (1).
2.
Draai de vier nieuwe moeren (8) kruiselings vast tot de
branderflens gelijkmatig tegen de aanslagvlakken zit.
–
Aanhaalmoment: 6 Nm
3.
Steek de stekkers (3) tot (7) er opnieuw op.
4.
Sluit de gasleiding met een nieuwe afdichting aan. Be-
veilig hierbij de gasbuis tegen het verdraaien.
5.
Open de gasafsluitkraan.
6.
Zorg ervoor dat er geen ondichtheden zijn.
7.
Controleer of de afdichtingsring in de luchtaanzuigbuis
goed in de uitsparing zit.
8.
Steek de luchtaanzuigbuis opnieuw op de aanzuigaan-
sluiting.
0020116691_05 ecoTEC plus Installatie- en onderhoudshandleiding
2
1
1
2
3
4
5
Verhelpen van storingen 10
9.
Bevestig de luchtaanzuigbuis met de klemschroef.
10. Controleer de gasstroomdruk. (→ Pagina 24)
9.10
Product leegmaken
1.
Sluit de onderhoudskranen van het product.
2.
Start het controleprogramma P.06 (middelste stand
driewegklep).
3.
Open de aftapkleppen.
4.
Zorg ervoor dat de kap van de snelontluchter aan de
interne pomp geopend is opdat het product volledig
geleegd wordt.
9.11
Voordruk van het expansievat controleren
1.
Sluit de onderhoudskranen en maak het product leeg.
2.
Meet de voordruk van het expansievat aan de klep van
het vat.
Voorwaarden: Voordruk < 0,075 MPa (0,75 bar)
▶
Vul het expansievat volgens de statische hoogte van
de CV-installatie idealerwijs met stikstof, anders met
lucht bij. Zorg ervoor dat de ontluchtingsklep tijdens het
bijvullen geopend is.
3.
Als aan de klep van het expansievat water naar buiten
komt, dan moet u het expansievat vervangen.
4.
Vul de CV-installatie. (→ Pagina 23)
5.
Ontlucht de verwarmingsinstallatie. (→ Pagina 23)
9.12
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
afsluiten
▶
Controleer de gasstroomdruk. (→ Pagina 24)
▶
Controleer het CO₂-gehalte en stel het evt. in (luchtgetal-
instelling). (→ Pagina 25)
▶
Stel evt. het onderhoudsinterval (→ Pagina 28) opnieuw
in.
10 Verhelpen van storingen
10.1
Servicemeldingen controleren
verschijnt bijv. als u een onderhoudsinterval ingesteld
hebt en dit verstreken is of als er servicemelding is. Het pro-
duct bevindt zich niet in de foutmodus.
▶
Om meer informatie over de servicemelding te krijgen,
roept u de Live monitor (→ Pagina 19) op.
Voorwaarden: S.40 wordt weergegeven
Het product bevindt zich in de comfortveiligheidsmodus. Het
product loopt met beperkt comfort verder nadat het een sto-
ring herkend heeft.
▶
Om vast te stellen of een component defect is, leest u het
foutgeheugen (→ Pagina 32) uit.
Aanwijzing
Als er geen foutmelding voorhanden is, zal
het product na een bepaalde tijd automatisch
opnieuw naar het normale bedrijf wisselen.
31