5 Installatie
5.9.2
Bedrading uitvoeren
Opgelet!
Risico op materiële schade door ondes-
kundige installatie!
Netspanning aan verkeerde klemmen en
stekkerklemmen kan de elektronica kapot
maken.
▶
Sluit aan de klemmen eBUS (+/−) geen
netspanning aan.
▶
Klem de netaansluitkabel uitsluitend op de
daarvoor gemarkeerde klemmen aan!
1.
Breng de aansluitleidingen van de aan te sluiten com-
ponenten door de kabeldoorvoer links aan de onderkant
van het product naar binnen.
2.
Gebruik de snoerontlastingen.
3.
Verkort de aansluitleidingen indien nodig.
30 mm max.
4.
Om kortsluitingen bij het per ongeluk loskomen van een
draad te vermijden, ontmantelt u de buitenste omhulling
van flexibele leidingen slechts maximaal 30 cm.
5.
Zorg ervoor dat de isolatie van de binnenste draden
tijdens het ontmantelen van de buitenste omhulling niet
beschadigd wordt.
6.
Isoleer de binnenste draden slechts zodanig dat goede,
stabiele verbindingen tot stand gebracht kunnen wor-
den.
7.
Om kortsluitingen door losse draden te vermijden, dient
u de geïsoleerde einden van de draden van draadeind-
hulzen te voorzien.
8.
Schroef de betreffende stekker aan de aansluitleiding.
9.
Controleer of alle draden mechanische vast in de stek-
kerklemmen van de stekker zitten. Corrigeer evt.
10. Steek de stekker in de bijbehorende stekkerplaats van
de printplaat.
5.9.3
Stroomvoorziening tot stand brengen
1.
Zorg ervoor dat de nominale spanning van het stroom-
net 230 V bedraagt.
2.
Open de elektronicabox (→ Pagina 17).
3.
Sluit het product via een vaste aansluiting en een schei-
dingsinrichting met minstens 3 mm contactopening
(bijv. zekeringen of vermogensschakelaar) aan.
4.
Plaats een genormeerde drieaderige netaansluitkabel
door de kabeldoorvoer in het product.
–
Netaansluitkabel: flexibele kabel
5.
Voer de bedrading uit. (→ Pagina 18)
6.
Schroef de meegeleverde ProE-stekker aan de netaan-
sluitkabel.
7.
Sluit de elektronicabox (→ Pagina 17).
8.
Zorg ervoor dat de toegang tot de netaansluiting altijd
gegarandeerd is en niet afgedekt is.
18
Voorwaarden: Installatie vochtige ruimte
▶
Zorg voor de nodige aansluiting aan rookgaszijde aan
de van de omgevingslucht onafhankelijke VLT/VGA
(→ Pagina 14).
5.9.4
Product in een vochtige ruimte installeren
Gevaar!
Levensgevaar door elektrische schok!
Als u het product in ruimtes installeert waarin
vocht optreedt, bijv. badkamer, neem dan
de nationale erkende regels van de tech-
niek voor elektrische installatie in acht. Als
u de evt. af fabriek gemonteerde aansluitka-
bel met aardcontactstekker gebruikt, dan is
er gevaar voor een levensgevaarlijke elektri-
sche schok.
▶
Gebruik bij de installatie in vochtige ruim-
tes nooit de evt. af fabriek gemonteerde
aansluitkabel met aardcontactstekker.
▶
Sluit het product via een vaste aansluiting
en een scheidingsinrichting met minstens
3 mm contactopening (bijv. zekeringen of
vermogensschakelaar) aan.
▶
Gebruik voor de netaansluitleiding, die
door de kabeldoorvoer in het product ge-
leid wordt, een flexibele leiding.
1.
Open de elektronicabox (→ Pagina 17).
2.
Trek de ProE-stekker aan de stekkerplaats van de print-
plaat voor de netaansluiting af (X1).
3.
Schroef de ProE-stekker van de evt. af fabriek gemon-
teerde netaansluitkabel af.
4.
Gebruik in de plaats van de evt. af fabriek gemon-
teerde, een geschikte, genormeerde drie-aderige
netaansluitkabel.
5.
Voer de bedrading uit. (→ Pagina 18)
6.
Sluit de elektronicabox (→ Pagina 17).
5.9.5
Externe thermostaat aan openTHERM-
module aansluiten
1.
Verwijder de jumper aan de grijze ProE-stekker (1) van
de openTHERM-module.
2.
Sluit de externe thermostaat aan de grijze ProE-stekker
van de openTHERM-module aan.
3.
Let op de poling van de aansluitingen.
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoTEC plus 0020116691_05
1
2