Luchtkanaal aansluiten
Begrenzing van de kanaaluitzetting > Elastische aansluitingen
6
Luchtkanaal aansluiten
6.1 Luchtkanalen
Aan bandkleppen mogen luchtkanalen van brandbare of
niet brandbare materialen aangesloten worden.
6.2 Het verwijderen van de transport en
montagebeveiliging
Bij de grootte 315 worden de brandkleppen zonder
inbouwsteen met een transport- en montagebeveiliging
uitgeleverd. Deze mag bij natte inbouw pas na het uit-
harden van de mortel verwijderd worden. Om de trans-
port- en montagebeveiliging te verwijderen, deze via de
bedieningszijde uit de brandklep halen.
6.3 Begrenzing van de kanaaluitzetting
Afb. 65: Beperken van krachten
Luchtkanalen moeten zo aangelegd worden, dat in
geval van brand deze geen aanzienlijke krachten op de
brandklep kunnen uitoefenen.
De in geval van een brand optredende uitzetting van het
kanaal kunnen door bochten en kromtrekken of door het
doorzetten van bochten opgenomen worden, Afb. 65.
Advies
Voor verdere informatie wordt verwezen naar de
"Richtlijn van brandtechnische eisen in luchtbehan-
delingsinstallaties (Lüftungsanlagen-Richtlinie
LüAR)".
82
Naar aanleiding van het uitzetten van de kanalen en het
vervormen van de brandscheiding in geval van brand,
adviseren wij starre luchtkanalen bij de volgende situ-
aties met elastische aansluitingen aan te sluiten:
in flexibele wanden
in schachtwanden in systeembouw
met steenwolplaten
6.3.1 Elastische aansluitingen
Afb. 66: FKRS-EU met elastische aansluitingen
1
Elastische aansluiting
Ⓐ Inbouwzijde
Ⓑ Bedieningszijde
De elastische aansluitingen moeten daarbij zo inge-
bouwd worden, dat trek- en schuifkrachten opgevangen
kunnen worden. Als alternatief kunnen ook flexibele
luchtkanalen gebruikt worden. Bij gebruik van elastische
aansluitingen een potentiaalvereffening maken
Ä Hoofdstuk 7.3 „Potentialausgleich" op pagina 85.
Advies
Vanaf de diameter ≥ 224 moet de brandklep, van-
wege het uitsteken van het klepblad, aan de inbouw-
zijde met een verlengdeel verlengd worden.
Brandklep Serie FKRS-EU