Gebruik
5.3.3
Het stoken regelen
5.3.3 / 1
4 Zorg ervoor dat de deur van de verbrandingskamer volledig
gesloten is.
bij het aansteken of toevoegen van brandstof:
4 Zet de verbrandingsluchtschuif helemaal naar rechts (C).
tijdens het stoken (ca. 30 – 45 minuten na het begin):
4 Zet de verbrandingsluchtschuif in een middelste stand (B).
de exacte positie en het resulterende verwarmingsvermogen
zijn afhankelijk van de situatie en worden door vele factoren
beïnvloed:
•
grootte, aard en restvocht van de brandstof.
•
opgelegde hoeveelheid.
•
kacheltemperatuur.
•
opvoerdruk van de schoorsteen.
•
Weersomstandigheden.
4 kies de instelling zo dat er een rustig, helder vlambeeld
ontstaat.
4 Maak u vertrouwd met het apparaat en ontdek de
instellingen die voor u het beste werken.
Positie van de verbrandingsluchtschuif bij getest nominaal
verwarmingsvermogen:
6 "2.9 nominaal verwarmingsvermogen" (pagina 12).
38
Montage- en gebruikshandleiding | Passo | 02.2023 | nl
aan de hand van de volgende punten kunt u controleren of er
een schone verbranding met weinig schadelijke stoffen in het
apparaat plaatsvindt:
•
de as moet wit zijn. een donkere kleur duidt op
houtskoolresten en een onvolledige verbranding.
•
de rookgassen aan de schoorsteenkop moeten zo
onzichtbaar mogelijk zijn – hoe minder rook, hoe beter de
verbranding.
•
de bekleding van de verbrandingskamer in het apparaat is
helder en niet vol roet na het stoken.
als het vuur met een te grote vlam brandt:
4 schuif de verbrandingsluchtschuif naar links zonder de
luchttoevoer volledig te sluiten.
de hoeveelheid lucht wordt verminderd, de verbranding
stabiliseert. dit voorkomt overbelasting van het apparaat en
vermindert de ontwikkeling van emissies.
als de luchttoevoer te veel wordt beperkt, kan het vuur stikken.
er kan een onvolledige verbranding ontstaan en een sterke
roetvorming.
4 Zet de verbrandingsluchtschuif naar rechts (C).
als de weersomstandigheden tijdens het stoken veranderen
(bv. opkomende storm of neerslag) en het stoken daardoor
verslechtert:
4 laat het vuur doven.
4 Voeg geen hout toe.
als de buitentemperatuur hoger is dan 15 °C, kan de
opvoerdruk schommelen.
Maatregelen voor een probleemloze werking:
4 Pook het vuur regelmatig op.
4 Voeg maar weinig brandstof toe.
4 Zorg ervoor dat de hoop as en sintels niet te groot wordt.
anders moet het stoken worden stopgezet en moet – na
voldoende afkoeling – een reiniging worden uitgevoerd.
6 "6.3 eenvoudige reiniging" (pagina 42).