34
Sleutels, portieren en ruiten
Comfortabele bediening met de
afstandsbediening
De ruiten en de softtop kunnen op
afstand buiten de auto worden
bediend.
Openen
● Druk één keer kort op c: de
portieren worden ontgrendeld.
● Druk één keer gedurende meer
dan twee seconden op c: de
ruiten gaan automatisch omlaag.
Druk langere tijd op c: de softtop
wordt geopend. Houd c ingedrukt
totdat de softtop geheel geopend
is.
c loslaten tijdens het openen van de
softtop: de beweging stopt gedurende
10 seconden, door nogmaals indruk‐
ken van c opent deze weer verder.
Sluiten
● Druk één keer kort op e: de
portieren worden vergrendeld.
● Druk nog eens langere tijd op e:
de softtop en de ruiten worden
gesloten. Houd e ingedrukt totdat
de softtop geheel gesloten is.
e loslaten tijdens het sluiten van
de softtop: de beweging stopt
gedurende 10 seconden, door
nogmaals indrukken van e sluit
deze weer verder.
● Als de softtop al gesloten is maar
de ruiten open zijn: druk gedu‐
rende twee seconden op e om de
ruiten te sluiten.
Bevestiging
Na het geheel openen of sluiten van
de softtop knipperen de alarmknip‐
perlichten ter bevestiging.
Overbelasting
Door herhaalde, snel opeenvolgende
bediening wordt de stroomvoorzie‐
ning van de ruitbediening enige tijd
onderbroken.
Elektrisch bediende ruiten
initialiseren
Als u de ruiten niet automatisch kunt
sluiten (bijv. na het loskoppelen van
de accu), verschijnt er een waarschu‐
wingstekst op het Driver Information
Center.
Boordinformatie 3 102.
Activeer de ruitelektronica voor elke
ruit, te beginnen met de achterruiten,
als volgt:
1. De softtop moet gesloten zijn.
2. Portieren sluiten.
3. Contact inschakelen.
4. Trek aan de schakelaar tot de
tweede klik totdat de ruit omhoog
gaat en houd de schakelaar nog
eens 4 seconden vast.