Zodra de richtingaanwijzer wordt
uitgeschakeld, zoekt het systeem
weer naar parkeerplekken aan de
passagierskant.
Weergaveprioriteit
Nadat u de geavanceerde parkeer‐
hulp hebt geactiveerd, verschijnt er
een bericht op het Driver Information
Center. De informatie van de geavan‐
ceerde parkeerhulp op het Driver
Information Center kan worden
belemmerd door boordinformatie met
een hogere prioriteit. Na het bevesti‐
gen van het bericht via SET/CLR op
de richtingaanwijzer verschijnen de
instructies van de geavanceerde
parkeerhulp weer en kunt u het inpar‐
keren voortzetten.
Uitschakelen
Het systeem wordt gedeactiveerd:
● kort indrukken van D als
geavanceerde parkeerhulp en
parkeerhulp voor-achter worden
geactiveerd
● lang indrukken van D als
geavanceerde parkeerhulp wordt
geactiveerd
● voltooien van parkeermanoeuvre
● wanneer u sneller rijdt dan
30 km/u
● wanneer u de ontsteking uitscha‐
kelt
Wanneer u het systeem deactiveert
of wanneer het zichzelf deactiveert
tijdens het inparkeren, dan verschijnt
Parkeren gedeactiveerd op het Driver
Information Centre.
Storing
Er verschijnt een tekst op het Driver
Information Centre wanneer:
● er een storing in het systeem zit
● u de parkeermanoeuvre niet
goed afmaakt
● het systeem buiten werking is
Als er tijdens het inparkeren een voor‐
werp wordt herkend, dan verschijnt
Stop op het Driver Information
Centre. Door het verwijderen van het
object wordt het inparkeren hervat.
Wordt het niet verwijderd, dan wordt
het systeem gedeactiveerd. Druk
ongeveer één seconde op D om het
systeem naar een nieuwe parkeer‐
plek te laten zoeken.
Rijden en bediening
Algemene opmerkingen over
parkeerhulpsystemen
9 Waarschuwing
Onder bepaalde omstandigheden
kunnen reflecterende oppervlak‐
ken van uiteenlopende aard op
voorwerpen of kleding evenals
externe geluidsbronnen ertoe
leiden dat het systeem obstakels
niet waarneemt.
In het bijzonder moet gelet worden
op lage obstakels die het onderste
gedeelte van de bumper kunnen
beschadigen.
Voorzichtig
Het systeem werkt eventueel
minder goed wanneer de senso‐
ren zijn bedekt, bijv. met ijs of
sneeuw.
Het parkeerhulpsysteem werkt bij
een zware belading eventueel
minder goed.
173