Uitschakelen
Het is mogelijk de TC uit te schakelen
wanneer de aandrijfwielen moeten
kunnen doorslaan:
Druk kort op b om TC te deactiveren,
k licht op. De deactivering verschijnt
als een bericht op het Driver Informa‐
tion Center.
U kunt TC weer activeren door
nogmaals op b te drukken.
De TC wordt ook opnieuw geacti‐
veerd wanneer u de ontsteking de
volgende keer weer inschakelt.
Elektronische stabiliteitsre‐
geling (ESC)
De elektronische stabiliteitsregeling
(ESC) verbetert indien nodig de rijsta‐
biliteit ongeacht de staat van het
wegdek of de grip van de banden.
Ook voorkomt deze het doorslaan
van de wielen. ESC werkt in combi‐
natie met het Traction Control-
systeem (TC) 3 156.
Zodra de auto dreigt uit te breken
(onderstuur/overstuur) wordt het
motorvermogen verminderd en
worden de wielen afzonderlijk afge‐
remd. Daardoor wordt de rijstabiliteit
van de auto op een glad wegdek
aanmerkelijk verbeterd.
Rijden en bediening
ESC werkt na elke motorstart zodra
controlelamp b dooft.
Wanneer ESC werkt, knippert b.
9 Waarschuwing
Laat u door dit speciale veilig‐
heidssysteem niet verleiden tot
een roekeloze rijstijl.
Snelheid aan de staat van het
wegdek aanpassen.
Controlelamp b 3 92.
157