Montage
Horizontaal stellen van de
maaier (dwarsrichting)
De maaier moet in dwarsrichting horizontaal staan.
Controleer de horizontale stand van de maaier telkens
wanneer u de maaieenheid monteert, of wanneer het
maairesultaat onregelmatig is. Voordat u de maaier
horizontaal stelt, de voor- en achterbanden op de
juiste spanning brengen: 138 kPa (20 psi).
76 tot 102 mm (3–4") maaihoogte-
instelling
Wanneer de maaihoogte van de maaieenheid is
ingesteld binnen het bereik 76 tot 102 mm (3–4")
hangt de maaieenheid verlaagd onder de tractor.
1.
Parkeer de machine op een vlakke en horizontale
ondergrond. Maaikoppeling (aftakas)
uitschakelen, parkeerrem in werking stellen en
contactsleutel in de stand "OFF" draaien om de
motor af te zetten. Contactsleutel verwijderen.
2.
Zet de hendel van de hefinrichting omhoog tot in
de vergrendelstand.
3.
Draai de maaimessen voorzichtig totdat ze
evenwijdig staan (Fig. 13). Meet de afstand
tussen de buitenste snijranden en de vlakke
ondergrond (Fig. 13). Als beide afstanden meer
dan 5 mm (3/16") bedragen, is afstelling nodig.
Zie stap 4 en 6.
10
Voorzijde
2
3
Figuur 13
1. Maaimessen evenwijdig
2. Buitenste snijranden
4.
Maak de instelbout aan een kant los en draai de
hangbeugel om de maaieenheid hoger of lager in
te stellen (Fig. 14).
5.
Na instelling bout vastdraaien en horizontale
stand controleren.
Belangrijk: Als de hangbeugel aan een zijde tot
het einde van de instelling is
gedraaid en de maaieenheid staat
niet waterpas, stel de hangbeugel
aan de andere zijde in.
2
Figuur 14
1. Bout
2
1
3
3. Hier meten
1
1224
2. Hangbeugel