Ritme intern belsignaal
Hier kunt u het belritme aanpassen wat gebruikt wordt bij interne oproepen op de
analoge toestelaansluitingen.
WS 500
Voor de koppeling met het WS500 moet een seriële verbinding (RS 232) worden
gemaakt tussen de telefooncentrale en het wireless server. Deze verbinding is voor
de overdracht van gegevens noodzakelijk (bijv. CLIP). Normaal wordt deze RS232-
interface gebruikt voor een RS 232 inbelverbinding. Hierdoor is ook een wijziging
vereist. Deze wijziging kunt u uitvoeren via de configuratie-interface of via de
programmeercode *921*pincode# op een aangesloten telefoontoestel. De poort kan
achteraf via de *920*pincode# opnieuw worden ingesteld naar het lokaal
programmeren gebruik.
Uw WS500 systeem kan via uw telefooncentrale of via het CCFP administratie
programma worden geconfigureerd. Voor de configuratie via de telefooncentrale
moet u de WS programmering eerst activeren met de programmeercode
*921*pincode#. De webconfiguratie mag in dit geval niet via de RS232 (is nodig voor
de WS500 verbinding) gebeuren.
Toewijzing van de Wireless Server poorten
Uw WS500 beschikt over 8 analoge poorten (poort 1-8) voor de verbinding met de
telefooncentrale. De poorten stemmen overeen met de mogelijke handsets 1-8.
Verbind de poorten van het basisstation met de analoge poorten van uw
telefooncentrale. Daarna kunt u hier de toewijzing tussen de analoge poorten (poort
1-8) en de poorten van het WS 500 basisstation selecteren volgens de verbinding
tussen het basisstation en de telefooncentrale. Voor niet-gebruikte poorten selecteert
u "---".
Online configuratie WS 500
Systeeminformatie
Systeem-ARI (serienummer)
Dit nummer is het serienummer van de Wireless Server-uitbreiding. Dit
nummer hebt u nodig om uw handsets of repeaters aan te melden op uw
WS 500 systeem.
Configuratie: Analoge poorten intern
60