De geoTHERM regeling kent drie verschillende storings-
types:
– Storing van componenten die via eBus zijn aangeslo-
ten.
– Tijdelijke uitschakeling
De warmtepomp blijft in werking. De storing wordt
weergegeven en verdwijnt automatisch als de oorzaak
van de storing is verholpen.
– Uitschakeling door storing
De warmtepomp wordt uitgeschakeld. Deze kan na het
verhelpen van de oorzaak van de storing alleen door
een storingsreset opnieuw worden gestart (zie me-
nu I1).
– Bovendien kunnen bij het toestel of het systeem Ove-
rige fouten/storingen optreden.
10.2
Storingen van eBus-componenten
Storings-
Storingstekst/Beschrijving
code
1
XXX adres YY niet bereikbaar
4
XXX adres YY uitval sensor ZZZ Een sensor ZZZ van een via de eBus
5
XXXX gewenste waarde wordt
niet bereikt
Tabel 10.1 Storingen van eBus-componenten
10.3
Weergave in storingsgeheugen en onder
"Waarschuwing"
De warmtepomp inclusief compressor blijft in werking.
De volgende storingen worden in het storingsgeheugen
en in het menu
1 als waarschuwing aangegeven.
Storings-
Storingstekst/Beschrijving
code
26
Drukzijde compressor overver-
hitting
36
Pekeldruk laag
Tabel 10.2 Weergave in het storingsgeheugen en onder
"
schuwing
menu
Installatiehandleiding geoTHERM VWS/VWW 0020045193_02
Mogelijke oorzaak
Een via de eBus aangesloten compo-
nent XXX, bijv. VR 60 met het adres
YY wordt niet herkend.
aangesloten component XXX met het
adres YY is defect.
XXXX gewenste waarde wordt niet
bereikt.
Mogelijke oorzaak
Overmatig hoog vermogen bij hoge
aanvoertemperatuur.
Drukvermindering in het warmtebron-
systeem door lekkage of luchtbellen.
Druk < 0,6 bar
"
Waar-
1, geen uitschakeling
Verhelpen van storingen en diagnose 10
Maatregel voor verhelpen
eBus-leiding en -stekker controleren.
Controleren of adresschakelaar correct is inge-
steld.
ProE-stekkers op de printplaten controleren, voe-
ler op correct functioneren controleren, voeler
vervangen.
Gewenste temperatuurwaarde controleren.
Positie temperatuurvoeler controleren.
Herkenning temperatuurfout (C13) deactiveren.
Maatregel voor verhelpen
Stooklijn reduceren. Benodigd verwarmingsver-
mogen controleren (afwerklaagdroging, ruw-
bouw) en evt. reduceren.
Warmtebronsysteem op lekkages controleren,
pekelwater bijvullen, ontluchten.
69