Probleemoplossing
Wij gaan ervan uit dat de motor in goede staat verkeerd en dat er voldoende
brandstof naar het filter en het injectiesysteem vloeit.
Een elektrische storing moet door een
elektricien worden opgelost.
Controleer of de kabels onbeschadigd zijn en dat ze goed op de juiste klemmen zijn
aangesloten.
Als het niet mogelijk is de storing op te
lossen met deze storingstabel dan moet
contact worden opgenomen met Atlas
Copco.
Dynamo voorzorgsmaatregelen
1. Verwissel nooit de polariteit van de batterij of de dynamo.
2. Verbreek nooit een dynamo of batterij verbinding als de motor nog draait.
3. Verbreek de verbinding met de dynamo als de batterij wordt opgeladen.
Controleer de polariteit voordat u de motor start met startkabels en sluit de
batterij correct aan.
4. Gebruik de motor nooit als de sensorkabels van de spanning niet zijn
aangesloten.
DEFECTEN EN BEVEILIGINGEN
Zodra er een fout optreedt in de machine, bijvoorbeeld een te lage oliedruk of
een te hoge koelvloeistoftemperatuur, wordt de motor altijd onmiddellijk
uitgeschakeld en zal de algemene waarschuwingslamp H1 gaan branden. De
oorzaak van de motorstoring kan met enkele simpele handelingen worden
bepaald: laag oliepeil, verstopte koeler.
Waarschuwingslamp H2 gaat branden. De waarschuwingslamp blijft aan tot de
compressor opnieuw wordt gestart (startschakelaar op stand 3), of wanneer het
contact wordt uitgeschakeld (startschakelaar op stand 0; ook door afkoelen en
wanneer het thermische contact weer is gesloten (= geheugen functie).
- 58 -