Inhoudsopgave
Advertenties
VEILIGHEIDSMAATREGELEN MET BETREKKING TOT GENERATOREN
Deze generator is bedoeld voor de
opwekking van wisselstroom!
1. De totale lengte van alle elektrische leidingen, die
worden aangesloten op het aggregaat, mag niet
meer zijn dan 150 meter.
2. Bij gebruik van meerdere generatoren of indien
tegelijkertijd gebruik wordt gemaakt van het
elektriciteitsnet mogen deze netten niet met elkaar
worden gekoppeld.
3. Het is verboden de neutrale leider te aarden.
Daarom mag het aggregaat niet als voedingspunt
voor bouwplaatsverdelers worden gebruikt.
4. Het is toegestaan om toestellen met een
aansluiting voor veiligheidsaarddraad aan te
sluiten. Bij voorkeur echter dubbel geïsoleerde
apparatuur gebruiken.
5. Werkzaamheden aan elektrische onderdelen van
de generatoren mogen alleen worden uitgevoerd
door elektriciens.
Veiligheidsmaatregelen bij het installeren
1
De elektrische aansluitingen dienen te worden
uitgevoerd conform de plaatselijke voorschriften.
2
Beschadigde kabels en onjuiste aansluitingen
kunnen een elektrische schok veroorzaken.
Vervang beschadigde kabels en zorg voor
correcte elektrische aansluitingen.
Veiligheidsmaatregelen tijdens
generatorbedrijf
1
De generator nooit gebruiken als daarbij de
waarden zoals vermeld in de technische gegevens
zouden worden overschreden.
2
Gebruik de generator nooit in een vochtige
omgeving. Te hoge vochtigheid vermindert de
isolerende werking van de generatorisolatie.
3
Nooit de contacten aanraken wanneer de machine
in werking is.
4
Controleer regelmatig of:
- alle afschermingen zijn aangebracht en juist
zijn bevestigd.
- alle kabels, leidingen en/of buizen binnenin
onbeschadigd zijn, goed vast zitten zijn en
geen slijtage vertonen.
- er geen lekkages zijn.
- alle verbindingselementen juist bevestigd zijn.
- alle
bedrading
goed
onbeschadigd is.
5
Indien een ongebruikelijke situatie mocht
ontstaan, bijv. sterke trillingen, harde geluiden,
sterke geur enz. dan moeten de zekeringen
worden uitgeschakeld en moet de motor worden
stopgezet. Hef het defect op alvorens de generator
weer te gebruiken.
6
Controleer
regelmatig
aansluitkabels. Indien beschadigde kabels of
gevaarlijke
situaties
worden
moeten de zekeringen worden uitgeschakeld en
moet de motor worden stopgezet. Vervang
beschadigde kabels of hef de gevaarlijke situatie
op alvorens de generator weer te gebruiken.
7
Voorkom overbelasting van de generator. De
generator
is
voorzien
- 14 -
zekeringen tegen overbelasting. Indien een
automatische zekering geactiveerd wordt, moet
de belasting worden verlaagd, alvorens de
generator opnieuw te gebruiken.
8
De generator nooit aansluiten aan een installatie,
die ook is verbonden met het stroomnet.
9
Alvorens een belasting aan te sluiten, eerst
controleren of frequentie, spanning en vermogen
overeenkomen met de specificaties van de
generator.
Veiligheidsmaatregelen bij
onderhoudswerkzaamheden
Voordat de generator na onderhoudswerkzaamheden
of revisie weer wordt vrijgegeven voor gebruik, dient
een
test
gecontroleerd
wisselstroomvoorziening in orde is en of de regel- en
uitschakelcomponenten goed functioneren.
bevestigd
en
de
elektrische
geconstateerd,
van
automatische
te
worden
doorgevoerd
en
te
worden,
of
moet
de
Advertenties
Inhoudsopgave
