Modus "Koelen"
In de modus "Koelen" wordt de lucht in de ruimte
tot de ingestelde richttemperatuur afgekoeld. De
gewenste ruimtetemperatuur kan met de "Temp"-
toetsen in stappen van 1 °C worden ingesteld. Ligt
de temperatuur in de ruimte 0,5 °C boven de
gekozen insteltemperatuur, begint de binnenunit
met afkoelen van de lucht in de ruimte. Als de
ingestelde temperatuur in de ruimte ca. 1 °C wordt
onderschreden, schakelt de regeling de koeling uit.
Ter bescherming van de compressor schakelt de
regeling pas na een wachttijd van 3 minuten de
koeling weer in.
Afb. 25: Modus "Koelen"
Modus "Ontvochtigen"
In de modus "Ontvochtigen" wordt geadviseerd de
insteltemperatuur op 24 °C in te stellen. Door de
lage temperatuur van het koudemiddel wordt het
dauwpunt onderschreden. Het overtollige vocht in
de lucht condenseert op de verdamper, de ruimte
wordt zo ontvochtigd.
Afb. 26: Modus "Ontvochtigen"
Modus "Verwarmen"
In de modus "Verwarmen" hebt u de mogelijkheid
de ruimte in de herfst en de lente te verwarmen.
De gekozen ruimtetemperatuur kan met de
"Temp"-toetsen in stappen van 1 °C worden inge-
steld. Komt de temperatuur in de ruimte 1 °C onder
de insteltemperatuur, begint de binnenunit met het
verwarmen van ruimtelucht. Als de ingestelde tem-
peratuur in de ruimte met ca. 1 °C wordt over-
schreden, schakelt de regeling de verwarming uit.
Ter bescherming van de compressor schakelt de
regeling pas na een wachttijd van 3 minuten de
verwarming weer in. Het ventilatorbedrijf start pas
bij een temperatuur van 32 °C bij de warmtewisse-
laar.
Afb. 27: Modus "Verwarmen"
23