Alleen bestuurdersportier
ontgrendelen
Indien de ontgrendelfunctie opnieuw is
geprogrammeerd zodat alleen het
bestuurdersportier wordt ontgrendeld (
Zie Programmeren van de
afstandsbediening (bladzijde 28). ), let
dan op het volgende:
Als het bestuurdersportier als eerste
wordt geopend blijven de andere
portieren en de bagageruimte
vergrendeld. Alle andere portieren kunnen
vanuit het interieur worden ontgrendeld
door gebruik te maken van de toets naast
de portierkruk op het bestuurdersportier.
De portieren kunnen afzonderlijk worden
ontgrendeld door vanuit het interieur de
portierkruk van het betreffende portier uit
te trekken.
Als het portier aan passagierszijde of een
van de achterportieren als eerste wordt
geopend, worden alle portieren en het
bagagecompartiment ontgrendeld.
Uitgeschakelde sleutels
In de wagen achtergebleven sleutels
worden uitgeschakeld bij het
vergrendelen van de wagen.
Een uitgeschakelde sleutel kan niet meer
worden gebruikt voor het aanzetten van
het contact of het starten van de motor.
Om deze passive keys opnieuw te
kunnen gebruiken moeten ze opnieuw
worden geactiveerd.
Ontgrendel de wagen met behulp van
een passive key of de afstandsbediening
om al uw passive keys te activeren.
Bij het aanzetten van het contact of
wanneer de motor met een geldige
sleutel wordt gestart worden alle passive
keys worden geactiveerd.
Sloten
Portieren met de sleutelbaard
vergrendelen en ontgrendelen
1
E78284
1. Duw de ontgrendelschuif in de richting
van de pijl en trek de sleutelbaard met
de duim naar buiten.
2. Verwijder de sleutelbaard en steek
hem in het slot.
CENTRALE
VERGRENDELING
U kunt ook bij afgezet contact de
elektrisch bedienbare ruiten bedienen met
behulp van de functie integraal openen
en sluiten.
N.B.: Het integraal sluiten werkt alleen
als het geheugen voor elke ruit
afzonderlijk correct is ingesteld. Zie
Elektrisch bedienbare ruiten
(bladzijde 61).
35
2