Aandacht:
Deze knop-
pen werken
niet op dit
model.
FUNCTIES VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel bevat bepaalde keuzen om uw
oefeningen thuis meer effectiever te maken. U kunt de
weerstand van de gebruikt door een druk op de knop
bijstellen wanneer de handmatige instelling van het
bedieningspaneel gekozen wordt. Het bedieningspa-
neel zal tijdens uw oefening constant informatie geven.
U kunt zelfs uw hartslag meten wanneer u de hand-
greep met polssensorof.
Het bedieningspaneel biedt ook acht vooraf ingestelde
programmaʼs. In ieder programma verandert automa-
tisch de weerstand van de pedalen en zal tijdens uw
oefening aangegeven wanneer u uw tempo moet ver-
hogen of verlagen.
Lees de instructies hieronder om de handmatige
instelling van het bedieningspaneel te gebruiken.
Om een preset programma te gebruiken, zie bladzij-
de 11.
HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
1
Het bedieningspaneel aanzetten.
Aandacht: Het bedieningspaneel verbruikt vier
1,5V "D" batterijen. Raadpleeg montage stap 5 op
pagina 6 om de batterijen te installeren.
On/Reset Toets
Weerstand Toetsen
Druk op de On/Reset knop om het bedieningspa-
neel aan te zetten (zie de tekening hierboven om
de On/Reset knop te kunnen vinden).
2
De handmatige instelling kiezen.
De handmatige
instelling wordt
gekozen elke keer
dat u het bedie-
ningspaneel in
gebruik neemt.
Kies de handmatige instelling wanneer een pro-
gramma al gekozen is door meerdere keren op
de Progamma [PGM] toets te drukken todat de
afstand of 0.00 op de display verschijnt.
3
Begin te trappen en verander de weerstand
als u dat wilt.
Druk, terwijl u trapt, op de + en – toetsen onder
de grote display om de weerstand van de peda-
len te veranderen. Er zijn 10 weerstandsinstellin-
gen voorzien; niveau 10 is de grootste. Aandacht:
Het kan een paar seconden duren nadat u op de
toetsen gedrukt heeft voordat de pedalen de
gewenste weerstand bereiken.
9