08.02.02 Voorzorgsmaatregelen bij het plaatsen van de bewegingsmelder
voor huisdieren DIAG21AVK
Plaatsing ZONDER huisdier
Afhankelijk van de ruimte moet de montagehoogte worden aangepast (gemeten vanaf het midden van de
detectorlens).
Het is mogelijk om het detectiebereik van de detector aan te passen door deze te plaatsen:
• lager dan aanbevolen (ongeveer 2 m)
Bevestigingshoogte
van de detector
2,2 m
2 m
Plaatsing MET huisdieren
Afhankelijk van de kamer en/of het huisdier, moet de montagehoogte worden aangepast (gemeten vanaf het
midden van de detectorlens).
Afhankelijk van de plaatsingshoogte varieert de detectiezone. Als de melder bijvoorbeeld op een hoogte
van 2 m wordt gemonteerd, is de limiet niet meer 1,2 m maar 1 m.
Richt de detector niet op een trap die toegankelijk is voor dieren.
Detectiebereik voor dieren onder de 6 kg
36
Lengte van de te
beveiligen ruimte
12 m
9 m
optimale detectiezone voor mensen
zone verboden voor dieren
• op een kogelscharnier, min of meer naar
de grond gericht
verzwakte detectiezone
Detectiebereik voor dieren boven de 6 kg
zone toegestaan v oor dieren