Eenvoudig beelden opnemen (automatische instelfunctie)
ISO: De lichtgevoeligheid kiezen
Lage ISO-gevoeligheid
Hiermee stelt u de ISO-gevoeligheid in.
(Autom.)
• Voor informatie over de ISO-gevoeligheid, zie pagina 11.
• U kunt alleen kiezen uit [ISO AUTO], [ISO 80] t/m [ISO 400] wanneer de Burst-functie of Exposure
Bracket-functie is ingesteld.
• Als u opneemt onder heldere omstandigheden, verhoogt de camera automatisch de tintreproductie en
probeert te voorkomen dat de beelden witachtig worden (behalve wanneer [ISO] is ingesteld op [80]).
EV: De lichtintensiteit instellen
Met deze instelling kunt u de belichting handmatig instellen.
• Als de opnamefunctie is ingesteld op
Naar –
–2.0EV
0EV
+2.0EV
• Voor informatie over de belichting, zie pagina 10.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3EV.
• Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of
wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting niet goed worden ingesteld.
36
Hoge ISO-gevoeligheid
Wanneer u een opname maakt op een zwak verlichte plaats of
van een bewegend onderwerp, kunt u door de ISO-
gevoeligheid te verhogen (hogere waarde), het beeld minder
wazig maken. Echter, een hogere ISO-gevoeligheid
veroorzaakt meer ruis. Stel de ISO-gevoeligheid in
overeenkomstig de opnameomstandigheden.
,
of
, wordt [EV] afgebeeld op het [MENU].
Naar +
Naar –: Maakt het beeld donkerder.
De belichting wordt door de camera automatisch ingesteld.
Naar +: Maakt het beeld helderder.