Problemen oplossen
Het beeld kan niet op het ingestelde formaat worden afgedrukt.
Koppel de kabel voor de multifunctionele aansluiting los en sluit deze weer aan iedere keer
•
wanneer het papierformaat is veranderd nadat de printer op de camera is aangesloten.
De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Verander de instelling van
•
de camera (pagina 112) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd.
Wacht enige tijd terwijl de printer de annuleerbediening uitvoert. Dit kan, afhankelijk van de
•
printer, enige tijd duren.
Aanraakscherm
Kan de toetsen van het aanraakscherm niet op de juiste wijze of volledig
bedienen.
Voer [Kalibratie] uit (pagina 79).
•
De [Behuizing] staat op [Aan] (pagina 80).
•
De tekenpenbediening werkt op onbedoelde plaatsen.
Voer [Kalibratie] uit (pagina 79).
•
Overige
U kunt het bestandsnummer niet terugstellen.
Zelfs als u het opnamemedium verwisselt, kan het bestandsnummer in de camera niet worden
•
teruggesteld. Om het bestandsnummer terug te stellen, voert u [Formatteren] (pagina's 74 en
77) uit met de camera, en stelt u vervolgens alle instellingen terug (pagina 79). Hierdoor
zullen echter alle gegevens worden gewist, en zullen alle instellingen, inclusief de datum en
tijd, worden geannuleerd.
De lens raakt beslagen.
Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en laat deze gedurende ongeveer een
•
uur liggen voordat u deze weer gebruikt.
De camera wordt warm wanneer u deze gedurende een lange tijd gebruikt.
Dit is normaal.
•
Het klok-instelscherm wordt afgebeeld nadat de camera is ingeschakeld.
•
Stel de datum en tijd opnieuw in (pagina 87).
U wilt de datum of tijd veranderen.
Stel de datum en tijd opnieuw in (pagina 87).
•
126