Eenvoudig beelden opnemen (automatische instelfunctie)
0.5 m (alleen DSC-T70/T75)
1.0 m
3.0 m
7.0 m
(oneindige afstand)
• AF betekent Auto Focus (automatische scherpstelling).
• De informatie over de ingestelde afstand in "Scherpstelling-voorkeuze" is slechts bij benadering. Als u
zoomt naar de T-kant, of de lens omhoog of omlaag richt, neemt de fout toe.
• Als u de digitale-zoomfunctie of AF-verlichting gebruikt, is het normale AF-bereikzoekerframe
uitgeschakeld en wordt met een stippellijn een nieuw AF-bereikzoekerframe afgebeeld. In dit geval wordt
de voorrang van AF-beweging gegeven aan onderwerpen rondom het midden van het frame.
Gebruik van [Punt-AF]
A Stel het pictogram voor het instellen van de opnamefunctie in op
Programma) en raak daarna [BACK] aan.
B Raak het pictogram voor het instellen van de scherpstellingsfunctie aan
C Raak [BACK] aan om het menu uit te schakelen.
D Raak de plaats aan waarop u de opname wilt scherpstellen.
• Als u aanraakt buiten het instelbare scherpstellingsbereik, wordt het instelbare bereik afgebeeld.
34
Hiermee wordt scherpgesteld op het onderwerp met behulp
van een vooraf ingestelde afstand tot het onderwerp.
(Scherpstelling-voorkeuze)
• Wanneer u een onderwerp door een net of door een ruit
opneemt, is het moeilijk om scherp te stellen in de
automatische-scherpstellingsfunctie. In dergelijke gevallen is
het handig de scherpstelling-voorkeuze te gebruiken.
(Autom.
(Punt-AF).
t