18
03 INGEBRUIKNAME ROLSTOEL
3.6 Lengte onderbenen
De instelling is correct als uw bovenbenen lood-
recht liggen wanneer de voeten op de voetplate
steunen.
1. Om deze in te stellen draait u de bouten een
kwartslag los en trekt u de vergrendeling terug
(1, afb. 13)
2. Zet de voetplate in de stand die voor u com-
fortabel is en laat de vergrendeling los. De
voetplate wordt nu automatisch in de eerst-
volgende stand vergrendeld (2, afb. 13)
3. Draai vervolgens de stelbout weer aan.
3.7 Zitdiepte
De rolstoel wordt geleverd met de grootst moge-
lijke zitdiepte. Om de zitdiepte te verminderen
verwijdert u eerst de beensteunen. Maak vervol-
gens de klittenbanden links en rechts op de
frame van de zitting los (afb. 14).
Bevestig het klittenband nu aan de verlenging
zodat dit niet meer rond het frame van de rol-
stoel loopt. Klap de verlenging onder de zitting
en maak deze vast met klittenband (afb. 15).
Voor het vergroten van de zitdiepte voert u deze
stappen in omgekeerde volgorde uit.
DIETZ GmbH / Gebruikshandleiding van de opklapbare rolstoelen CANEO-serie / Versie 2.0 NL
2
1
afb.13
afb.14