STAP 1.
Locatiekeuze
Kies een locatie voor de transmitter op basis van de eisen hier beneden
omschreven
Eisen aan de omgeving
Installeer transmitters voor rekmontage en transmitters voor veldmontage
met LCD-uitlezing op een plaats waar de omgevingstemperatuur ligt
tussen 0 en +50°C. Transmitters voor veldmontage zonder LCD-uitlezing
moeten worden geïnstalleerd op een plek waar de omgevingstemperatuur
binnen de –30 en +55°C blijft.
Voeding
De transmitter moet worden aangesloten op een gelijkspannings- of
wisselspanningsvoeding.
•
Transmitter voor rekmontage
De transmitter voor wisselspanning kan werken met een voeding van
110/115 of 220/230 VAC. De transmitter voor gelijkspanning werkt
met een voeding van 12-30 VDC.
•
Transmitter voor veldmontage
De transmitter voor wisselspanning werkt met een voeding van 85 tot
250 VAC. De transmitter voor gelijkspanning werkt met een voeding
van 12-30 VDC.
Lengte flowmeterkabel
De kabel tussen de sensor en de transmitter mag niet langer zijn dan 300
meter.
3