Voor installatie in Europa raadpleegt u figuur 7. Houd u bij het aarden aan
de algemene richtlijnen op pag. 13 en onderstaande aanwijzingen:
•
De door de fabriek aangebrachte aarddraad, die de intrinsiek veilige
aarde verbindt met de inwendige aardklemmen in de behuizing, mag
niet worden losgemaakt.
•
Verbind de aarddraad van de voedingsaardklem rechtstreeks met het
aardpunt.
•
Indien er een apart intrinsiek veilig aardingsschema wordt gebruikt
met een hoge integriteit, houdt u zich aan de normen van de fabriek in
plaats van aan deze norm.
•
Om potentiaalvereffening te realiseren en te voldoen aan de ATEX-
normen voor installatie in explosiegevaarlijke zones in Europa, moet
de uitwendige aardklem binnen de explosiegevaarlijke zone worden
aangesloten op de juiste aardklemmen, met gebruikmaking van een
potentiaalvereffeningsleiding.
•
Hanteer hierbij norm EN 60079-14 als richtlijn.
Figuur 7.
Aarding van RFT9739 voor veldmontage
I.S.
aardklemmen
Inwendige aardklem
behuizing
Externe aardklem
Aarde
16
Voedingsaardklem