• Houd de functietoets ingedrukt. In het menuonderdeel "USB" wordt "on" weergegeven.
Steek een vinger in de opening voor vingers van de pulse-oximeter. De meetwaarden wor-
den na enkele seconden in real-time op uw pc weergegeven.
• Als u de datakabel loskoppelt van de computer of als u het programma sluit, verschijnt op
het computerscherm een invoervenster. Hier kunt u persoonlijke gegevens invoeren en de
huidige meetwaarden opslaan. De meetwaarden worden standaard opgeslagen in
C:/Program Files/SpO₂/Data.
• Houd de functietoets ingedrukt als u de meetwaarden niet meer op uw pc wilt bekijken. In
het menuonderdeel "USB" wordt "off" weergegeven.
• Kies met de functietoets het menuonderdeel "Exit" om het instellingenmenu te verlaten.
Bevestig deze keuze door de functietoets ingedrukt te houden.
8.5 Meetwaarden opnemen ("Record")
Met de pulse-oximeter PO 80 kunt u meetwaarden gedurende een periode van maximaal 24 uur
opnemen. De opgenomen meetwaarden kunt u indien gewenst op uw computer opslaan of als
rapport afdrukken.
Volg de volgende stappen voor het opnemen van de meetwaarden:
• Schakel de pulse-oximeter in en houd de functietoets ingedrukt. Het instellingenmenu
verschijnt op het display.
• Kies met behulp van de functietoets het menuonderdeel "Record".
• Houd de functietoets ingedrukt. Op het display wordt nu "Time" weergegeven. Hier kunt u
de actuele tijd invoeren, zodat u later in de pc-software kunt zien om welke tijd de opname
is gestart.
19