„PR ALM HI"
„PR ALM LO"
„Alarm"
„Pulse Sound"
• Kies met de functietoets het menuonderdeel "Exit" om het alarmmenu te verlaten. Bevestig
deze keuze door de functietoets ingedrukt te houden.
Hier kunt u de bovenste grenswaarde voor de polsslagfrequentie instellen.
Als de ingestelde grenswaarde tijdens een meting wordt overschreden,
wordt de polsslagfrequentie geel weergegeven en klinkt er een geluidssign-
aal (als het alarm is geactiveerd).
Hier kunt u de onderste grenswaarde voor de polsslagfrequentie instellen.
Als de ingestelde grenswaarde tijdens een meting wordt onderschreden,
wordt de polsslagfrequentie geel weergegeven en klinkt er een geluidssign-
aal (als het alarm is geactiveerd).
Hier kunt u het alarm activeren ("on") of deactiveren ("off"). Als u het alarm
hebt geactiveerd en een van de ingestelde bovenste of onderste grens-
waarden wordt over- of onderschreden, klinkt er een geluidssignaal.
Hier kunt u het polsslaggeluid activeren ("on") of deactiveren ("off"). Als
u het polsslaggeluid hebt geactiveerd, klinkt er tijdens de meting een
geluidssignaal bij elke polsslag.
17