Bedrijf van de installatie
Aanwijzingen voor het bedrijf van de
installatie
De zonneinstallatie SOLATRON regelt
zichzelf en heeft weinig onderhoud
nodig. Voor een probleemloos bedrijf
van de installatie en hoge opbrengst,
moet men rekening houden met het
volgende:
•
Installatie nooit uitschakelen
(zonneregelaar nooit uit)
•
Als de pomp of regelaar defect raakt
of als de druk te hoog oploopt moet
men meteen de Klantendienst bellen.
Anders kan de collector schade
ondervinden.
Controle van de installatie door de
gebruiker
In het begin moet men het juiste bedrijf
van de installatie regelmatig
controleren, daarna hoeft dat pas elk
half jaar te gebeuren:
•
Systeemdruk in toelaatbare bereik
•
Zonneboiler wordt bij zonnestraling
warm
•
Collectoren moeten 's nachts koud
zijn
•
Kijk of de aangegeven temperatuur
realistisch is
•
De warmtedragervloeistof moet
helder zijn in het kijkglaasje van de
doorstroombegrenzer.
Warmtedragervloeistof Antifrogen SOL HT
Kleur
Aanzien
reuk
Ph-waarde
Vorstbeveiliging*
Waarde antivorsttester *
* Beslist op letten:
De test van de vorstbeveiliging moet bij 20°C worden uitgevoerd, om de juiste waarde te verkrijgen.
Aanbevolen wordt om een refractometer te gebruiken (antivorsttester).
Opmerking
Mocht de warmtedragende vloeistof zeer sterk verouderd zijn en vervangen
moeten worden, dan dient er eerst met het reinigingsmiddel Antifrogen SOL
Clean gespoeld te worden. Voor het beste reinigingseffect wordt aanbevolen om
Antifrogen SOL Clean onverdund te gebruiken.
Test van de zonne-installatie door de
bevoegde vakkundige:
Test binnen de eerste twee tot drie
weken bedrijf:
•
Zonnecircuit ontluchten
•
Installatiedruk controleren
•
Doorstroom controleren
•
Ph waarde warmtedragervloeistof
vergelijken met uitgangswaarde
•
Eventueel pomp aanzetten om geluid
ervan te beoordelen (lucht)
•
Zwaartekrachtrem openen en sluiten
•
Controleren of er in het vat onder de
afblaasopening in de veiligheidsklep
vloeistof zit
•
Vragen aan de gebruiker of alles
normaal functioneert
OK
erg verouderd:
vervangen
helder/geelachtig
bruin
helder
troebel
gering
scherp
> 7,5
< 7
-28° C
minder dan -25° C
-23° C
minder dan -20° C
58
Onderhoud van de installatie op
regelmatige intervallen
Zonneinstallaties moeten - afgezien
van de controle van het bedrijf door de
gebruiker - regelmatig door een
bevoegde vakkundige worden getest,
volgens een onderhoudsprotocol:
•
Eenvoudige drinkwaterinstallaties in
één- en tweefamiliewoningen moeten
na max. 5 jaar voor de eerste keer en
daarna elke 2 jaar door een vakkun-
dige worden getest.
•
Hydraulisch complexere en grotere
installaties moeten tenminste elke 2
jaar door een vakkundige worden
getest.
•
Grote installaties moeten elk jaar door
een vakkundige worden getest.
De noodzakelijke onderhoudsinterval-
len moeten bij de inbedrijfstelling wor-
den vastgelegd.
De volgende componenten moeten bij
de regelmatige onderhoudsbeurten op
hun normale bedrijf worden gecontro-
leerd:
•
Zonne-collectoren
•
Zonnecircuit
•
Warmtedragende vloeistof
•
Zonneboiler
•
Zonneregelaar incl. Circulatie
•
Naverwarming
Verder moet men dezelfde punten
controleren, zoals tevoren na de eerste
2 tot 3 weken bedrijf.