Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling

Tot aan de inbedrijfstelling moeten
de collectoren met afdekfolie (zelf
aan te schaffen) afgedekt blijven, om
oververhitting maar ook brandwon-
den te vermijden. De installatie mag
pas gevuld en in bedrijf genomen
worden als de warmteafvoer
gewaarborgd is.
Voordruk expansievat instellen.
Het volume bedraagt 3 ltr.
Men moet de voordruk van het
expansievat in ieder geval voor het
vullen van de installatie meten en
instellen (zie tabel).
Drukproef
Meteen na het monteren van de
collectoren en de leidingen moet een
drukproef worden uitgevoerd.
Vul de installatie met Antifrogen SOL
HT en ontlucht
Druk verhogen tot 90% van de
aanspreekdruk van de veiligheidsklep
(voorbeeld: bij een klep van 6 bar
moet men een proefdruk van 5,4 bar
instellen). Het expansievat en de
veiligheidsklep blijven tijdens de
drukproef geintegreerd. Controleer
dat de installatie en alle aansluitele-
menten niet lekken. Eventueel kan
men schroefaansluitingen wat beter
aandraaien.
Vullen en spoelen van de installatie
De installatie mag pas gevuld en in
bedrijf genomen worden als de
warmteafvoer gewaarborgd is.
Aanwijzing
Als de buisleidingen van een oude
zonne-installatie gebruikt worden, en
deze zeer sterk vervuild zijn, dienen
deze eerst gespoeld te worden met het
reinigingsmiddel Antifrogen SOL Clean.
Voor het beste reinigingseffect wordt
aanbevolen om Antifrogen SOL Clean
onverdund te gebruiken.
Open alle afsluitingen en ontluchtin-
gen; vooral de ontluchters op de
collectoren en eventueel op de
luchtpot.
Als warmtevloeistof mag uitsluitend
Antifrogen SOL HT gebruikt worden.
Ook al is er geen kans op vorst, mag
men toch geen water gebruiken,
omdat er dan corrosie kan optreden.
Antifrogen SOL HT is al klaar voor
gebruik en mag niet met water of
andere warmtedragervloeistoffen
worden vermengd. Let hierbij op de
aanwijzingen op het gegevensblad
voor de veiligheid.
Laat de warmtedragervloeistof met
een drukpomp door de vul- en
looskraan in de installatie lopen,
daarbij moeten de afsluitings- en
ontluchtingskleppen na elkaar geslo-
ten worden, zodra er vloeistof
uitkomt.
De installatie moet met 3,5 bar
gespoeld worden, tot het systeem
helemaal vrij is van lucht en
verontreinigingen (minstens 30 min.)
Voordat men de vulprocedure afsluit
moet men de installatiedruk instellen
en de kleppen langzaam afsluiten.
Installatiehoogte
Installatievuldruk
3 – 10m
11m
12m
13m
14m
15m
54
Installatiedruk:
0,5 bar statische hoogte (maar min. 1,5
bar, zie tabel hier onder).
Druk controleren en eventueel door
openen van kleppen en drukregelaars
naregelen; bij het bereiken van de
vuldruk moet men de vul- en
looskraan afsluiten.
Door het openen van de
handontluchter op het hoogste punt
van de installatie controleren, of de
installatie werkelijk helemaal vrij van
lucht is. Eventueel moet men de
spoelprocedure opnieuw uitvoeren.
Let er bij gebruik van op afstand
bediende ontluchters op, dat
tenminste de vulhoeveelheid van het
ontluchterbuisje moet worden
afgevoerd: 0,03 l per meter
ontluchterbuisje met 6 mm
doorsnede.
Automatische ontluchters, die niet
verder dan 3m leiding van de
collector liggen en niet verder dan 1
m onder de onderste collectoruitgang
zijn, moeten nu door het sluiten van
de kraan van het systeem worden
afgesloten.
Voordruk van de MAG in bar
in bar
18l
1,3
1,5
1,3
1,6
1,4
1,7
1,5
1,8
1,6
1,9
1,7
2,0
25l
35l
50-100l
1,3
1,4
1,4
1,4
1,5
1,5
1,5
1,6
1,6
1,6
1,6
1,7
1,7
1,7
1,8
1,8
1,8
1,9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave