Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Aanbrengen van het montagerek

Speciaal dak

Voorbereiden en beproeven van het
dak
Controleer het dak op de volgende
punten
Lekdichtheid en noodzaak sanering:
Controleer of het dak dicht en in
goede toestand is. Daksanering moet
niet voor de nabije toekomst gepland
zijn. Vervang eventueel kapotte
dakbedekkingen op de plaats van de
montage, aangezien ze na montage
van de collectoren niet meer
bereikbaar zijn
Afstand van de bevestigingspunten
boven elkaar exact
B
horizontaal
Uitsteking railrand
E
Afstand van de bevestigingspunten
A
Aantal
Aantal
collectoren
bevestigingspunten
horizontaal
(per collector)
1
2
3
6 (12)*
4
8 (16)*
5
10 (20)*
6
12 (24)*
7
14 (28)*
8
16 (32)*
9
18 (36)*
10
20 (40)*
* bij grotere afstanden extra bevestigingspunten aanbrengen
Draagkracht van het dak:
Controleer of het dak een extra
vlakke belasting van 25 kg/m² kan
verdragen.
Voldoende stevigheid van de
dakelementen, waaraan het
montagesysteem verankerd wordt:
Controle van de sparren (voor
hangerschroeven en haken voor een
leien dak metaalplaat vast verankerd;
voor blikvouwklemmen onder andere)
SOLATRON
S 2.5-1 V
(verticaal)
140-190 cm
Afstand afhankelijk van de vooraf
10 – 35 cm
50 – 130 cm *
bij metaaldaken met staande naad in
2 (4)*
1,2
4 (8)*
2,4
3,6
4,8
6,1
7,3
8,5
9,7
10,9
12,1
SOLATRON
S 2.5-1 H
(horizontaal)
60-80 cm
gegeven roostermaat
10 – 60 cm
100 – 240 cm *
iedere vouw een klem
raillengte in m
D
2,3
4,7
7,1
9,4
11,7
14,1
16,4
18,8
21,1
23,4
29
Bevestigingspunten bepalen
maar houd daarbij rekening met de
volgende punten:
Collectorveld zo goed mogelijk
schaduwvrij.
De leidingen moeten zo kort mogelijk
zijn en direct naar de pompgroep en
de warmteopslag worden gelegd.
Om bij stilstand stoom er eenvoudig
uit te kunnen drukken, de buisleiding
indien mogelijk ononderbroken met
verval leggen.
De opstelling moet niet te dicht bij de
dakrand zijn, om de windlast zo
gering mogelijk te houden en voor
een goede bereikbaarheid rondom
het collectorveld:
minimale afstand: 1,0 m;
bij hogere gebouwen en
blootgestelde zones: groter.
Afstand tot daknok bedraagt minstens
0,5m
Kies de bevestigingspunten
horizontaal, zodat ze zo gelijkmatig
mogelijk verdeeld zijn (zie tabel).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave