Opstellen van het montageraam
Hoge kant
Hoek
L
M
H
60°
2*
85,5 195
55°
2*
66
184
50°
2*
47,5 172 9**
45°
2*
34
162
40°
41
34
149 28
35°
56
34
133
30°
66**
34
117 9**
* Opgelijnd met raileinde
Maten in cm
Rails met dwarsverbindingen aan
het montageraam bevestigen.
•
De rails worden met behulp van de
dwarsverbinders op het montageraam
gemonteerd en exact loodrecht
gepositioneerd.
33
Dwars
Opstellen van het montageraam
•
Het montageraam uitklappen en in de
L
M
H
juiste hoek instellen, hierbij moet men
2*
54
119
de glijdende moer op de juiste positie
2*
44 112,5
schuiven. Optimale hoek voor gebruik
over het hele jaar: 45° = loodrechte
32
105
stand bij railuiteinde
2*
28 100,5
•
Montageraam vastschroeven op de
28
92
betongewichten of de dragers.
2*
8
83
Daarbij is het langste been schuin
boven in het collectorvlak.
8
73
•
Bedenk tijdens het kiezen van het
bevestigingsmateriaal, dat door de
** Aanslag
windkracht een hoge trekbelasting
optreedt. Het montageraam moet aan
alle druk– en trekpunten voldoende
stevig bevestigd worden.
•
De montageramen moeten exact in
een lijn staan. Bij montage op losse
betongewichten kan de nauwkeurige
positionering tijdens de montage van
de rails worden uitgevoerd.
Rails verbinden
•
Bevestig de railverbinders telkens
aan een railuiteinde, hierbij moet
deze tot de helft in de rail worden
geschoven en door de zelftappende
schroef aan de bovenkant worden
gestopt.
•
Daarna schuift men de tweede rail op
de verbinder en maakt deze met de
schroef vast.
•
Positioneer de rails nauwkeurig en
schroef ze vast (zie hoofdstuk over
montage boven op het dak)