Rosemount 8700 Series
aan de kant achter de sensor. Haal bij sensoren met meer of minder flensbouten de bouten
aan in een soortgelijke kruisgewijze volgorde. Herhaal deze volledige aanhaalvolgorde op
40, 60, 80 en 100 procent van de aanbevolen momentwaarden of totdat de lekkage tussen
de procesflens en de sensorflens ophoudt.
Als het lekken bij het aanbevolen aanhaalmoment nog niet is opgehouden, kunnen de
bouten in stappen van 10 procent verder worden aangehaald totdat de verbindingen
stoppen met lekken of totdat het gemeten aanhaalmoment de maximale aanhaalspecificatie
van de bouten bereikt. De bescherming van de bekleding in overweging nemende komt de
gebruiker vaak tot een ander aanhaalmoment waarbij het lekken ophoudt, afhankelijk van
de specifieke combinatie van flenzen, bouten, pakkingen en het bekledingsmateriaal van
de sensor.
Controleer op lekkage bij de flenzen nadat u de bouten hebt aangehaald. Als u niet de juiste
aanhaalmethode gebruikt, kan dat tot ernstige schade leiden. De verbindingen van een
sensor moeten 24 uur na de eerste installatie nogmaals worden aangehaald. Na verloop
van tijd kan het bekledingsmateriaal van een sensor vervormd raken door de druk.
Afbeelding 6. Aanhaalvolgorde flensbouten
Tabel 1. Aanbevolen aanhaalmomenten flensbouten voor de Rosemount 8705 en 8707 sensor met grote
signaalsterkte
Maat-
code
Leidingdiameter
005
15 mm (0.5 in.)
010
25 mm (1 in.)
015
40 mm (1.5 in.)
020
50 mm (2 in.)
025
65 mm (2.5 in.)
030
80 mm (3 in.)
040
100 mm (4 in.)
050
125 mm (5 in.)
060
150 mm (6 in.)
080
200 mm (8 in.)
8
1
8
8 bouten
4
6
2
Bekledingen van
PTFE/ETFE/PFA
Klasse 150
Klasse 300
(lb-ft)
(lb-ft)
8
8
12
13
25
19
17
22
24
34
35
26
50
36
60
45
50
60
82
Beknopte installatiegids
00825-0111-4727, Rev CC
5
3
7
polyurethaan/neopreen/adipreen
Klasse 150
(lb-ft)
8
–
–
7
14
17
23
17
25
30
42
januari 2013
Bekleding van
Klasse 300
(lb-ft)
–
–
18
11
16
23
32
35
37
55