Constructie en werking
1. Constructie en werking
De eindschakelaars worden op pneumati-
sche regelventielen en aan de klepstandstel-
lers typ 4765 en type 4763 aangebouwd.
Deze zijn met inductieve, elektrische of
pneumatische contacten uitgerust en sturen
bij het over- of onderschrijden van een inge-
stelde grenswaarde, in het bijzonder bij het
bereiken van een eindstand, een grenswaar-
designaal uit naar bijv. een alarmerings- of
aanwijsinrichting.
1.1 Uitvoeringen
Type 4746-1 ⋅ inductieve eindschakelaar
met contactloze standmeting via kammen
en initiators.
Type 4746-4 ⋅ pneumatische eindschake-
laar met pneumatische omschakelaar en mi-
croschakelaars.
Uitvoering voor explosiegevaarlijke omge-
ving
Type 4746-2 ⋅ inductieve eindschakelaar.
Eindstandmelding als type 4746-1, echter
intrinsiekveilig voor EEx ia II C T6.
Type 4746-3 ⋅ elektrische eindschakelaar
met elektrische omschakelaar. Intrinsiekvei-
lig voor EEx ia II C T6.
1.2 Werkingswijze
De slag van het regelventiel wordt direct via
de plaat (10) op de stift (1.1) en de hef-
boom (1) van de eindschakelaar overgedra-
gen, of bij aanbouw op een klepstandsteller
via een koppelstift. Daarbij worden de slag-
beweging via de as (2) in een draaibewe-
ging omgezet.
6
EB 8365 NL
1.2.1 Inductieve eindschakelaars
type 4746-1 en 4746-2
Bij dit instrument draagt de as (2) twee scha-
kelbehuizingen (3) met instelbare kammen
(4.1 voor het contactloos bedienen van de
ingebouwde sleufinitiatoren (5). Voor het
bedrijf van de inductieve eindschakelaars
moeten, behalve bij het type 4746-118x, in
het uitgangscircuit bijbehorende scheidings-
schakelversterkers worden opgenomen.
Met de instelschroef (3.1) kan de scha-
kelfunctie en het schakelpunt traploos wor-
den ingesteld.
1.2.2 Elektrische eindschakelaar
type 4746-3
Bij deze eindschakelaars draagt de as (2)
twee schakelbehuizingen (3) met instelbare
nokkenschijven (4.2). Iedere nokkenschijf
bedient een elektrische omschakelaar (7)
via de op de schakelhefboom (6) bevestig-
de rol (6.1). Met de instelschroef (3.1) kan
de schakelfunctie en het schakelpunt trap-
loos worden ingesteld.
1.2.3 Pneumatische eindschake-
laar type 4746-4
Bij deze eindschakelaars draagt de as (2)
twee schakelbehuizingen (3) met instelbare
nokkenschijven (4.2). Iedere nokkenschijf
bedient in de schakelaar (8) een vaan-tuit-
systeem. Wanneer de nokkenschijf (4.2)
met zijn nok via de rol (6.1) de schakelhef-
boom (6) bedient, dan wordt de tuit in de
schakelaar geopend en de actieve toevoer-
luchtdruk wordt door de microschakelaar
(9) doorgeschakeld naar uitgang A
A
.
2
resp.
1