4 In gebruik nemen en bediening
38
De maaiaandrijving inschakelen met de
maaiaandrijving-schakelaar (B/8) en naar het te
bewerken terrein rijden.
De machine kan op de plaats worden gedraaid.
Dit gebeurt in de zero-turn-modus.
De overgang naar de zero-turn-modus gebeurt
alleen, als bij de joystick B/1 een richting (rechts
of links) is gekozen.
De zero-turn is alleen mogelijk als de rijsnelheid
minimaal, maar niet gelijk aan 0 is, d.w.z. dat
nadat de joystick geheel naar rechts of links is
bewogen, deze tevens iets naar voren of naar
achter moet worden bewogen.
beschadigen, abrupte stuurbewegingen voorko-
men.
Verbeter uw vaardigheden met de omgang met
de machine eerst bij hellingen met een geringe
hellingshoek en begeef u bij meer ervaring op
steilere hellingen.
•
Rijd bij steilere hellingen in banen dwars op
de helling, zodat een soort brede zig-zag-
beweging ontstaat.
•
Bij werken met banen dwars op de helling
kan zowel vooruit als achteruit worden ge-
werkt. Omdat 180°–bochten met de machine
hierbij niet noodzakelijk zijn, wordt de op-
pervlaktecapaciteit aanzienlijk verbeterd.
Afstandbestuurbare hooggras-sikkelmulcher agria 9600-80
Om de grond en de vegetatie niet teveel te