Onderhoud en Opslag
1.
Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven goed
vastgedraaid zijn zodat er veilig met de apparatuur
gewerkt kan worden.
2.
Parkeer de apparatuur nooit in een gebouw terwijl
er nog brandstof in de tank zit en waar de dampen
in contact kunnen komen met open vuur of vonken.
3.
Laat de machine eerst afkoelen voordat u deze
parkeert in een afgesloten ruimte.
4.
Houd de machine, demper, accu-behuizing en de
brandstofopslagplaats vrij van overtollig vet, gras
en bladeren om brandgevaar te voorkomen.
5.
Controleer regelmatig de grasopvangbak op slijtage
of beschadigingen.
6.
Vervang, veiligheidshalve, beschadigde of versleten
onderdelen.
7.
Het legen van de brandstoftank, indien nodig, moet
gebeuren in de open lucht.
8.
Let op dat tijdens het afstellen van de machine de
vingers niet klem komen te zitten tussen de
bewegende messen en de vaste delen van de
machine.
9.
Ben voorzichtig met machines met meerdere
messen omdat door het bewegen van één van de
messen, andere messen mee kunnen draaien.
10. Indien de machine geparkeerd, opgeslagen of
alleen gelaten wordt moeten de messen neergelaten
worden behalve als er een stevige mechanische
vergrendeling gebruikt wordt.
Geluids- en trillingsviveau
Geluidsniveau
Deze machine heeft een equivalent continu A-gewogen
geluidsdrukniveau bij het oor van de bestuurder van: 84
dB(A), gebaseerd op metingen bij identieke machines
volgens procedures zoals vastgelegd in 84/538/EEC.
Deze machine heeft een geluidsintensiteitniveau van: 98
dB(A) /1 pW, gebaseerd op metingen bij identieke
machines volgens procedures zoals samengevat in
richtlijn 79/113/EEC en de wijzigingen daarvan.
Trillingsniveau
Deze machine heeft een trillingsniveau van 5,0 m/s
de achterzijde, gebaseerd op metingen bij identieke
machines volgens procedures zoals vastgelegd in ISO
5349.
Deze machine heeft een trillingsniveau aan de
achterzijde dat niet hoger is dan 0,5 m/s
metingen bij identieke machines volgens procedures
zoals vastgelegd in ISO 5349.
Veiligheid
2
aan
2
, gebaseerd op
5