Bediening
Het selecteren van de maaiver-
houding (toerental messenkooien)
Het toerental van de messenkooien moet worden
aangepast aan de maaihoogte om een consistent
maairesultaat van hoge kwaliteit te bereiken en om
ervoor te zorgen dat het gazon er gelijkmatig gemaaid
uitziet.
Afbeelding 19
1. Toerentalregeling messenkooien
Het selecteren van de draaisnelheid van de messenkooien
Maaihoogte (cm)
6,4
6,0
5,7
5,4
5,1
4,8
4,5
4,1
3,8
3,5
3,2
2,9
2,5
2,2
1,9
1,6
1,3
1,0
20
Toerental messenkooien
met 5 messen
3-wielaandrijving
5–8 km/uur
3
3
4
4
4
4
5
5
6
6
7
7
8
9
Stel de maaiverhouding (toerental messenkooien) als
volgt af:
1.
Controleer de maaihoogte-instelling op de maai-
eenheden. Kijk in de kolom voor messenkooien met
5 of 8 messen in de tabel, zoek de maaihoogte die
het dichtst in de buurt komt van de daadwerkelijke
maaihoogte-instelling. Kijk dan naar rechts en zoek
het nummer dat bij die maaihoogte hoort.
2.
Zet de toerentalregeling van de messenkooi in de
positie die u bij stap 1 gevonden hebt.
3.
Gebruik de machine enkele dagen, controleer dan
het maairesultaat en bekijk of u tevreden bent met
de maaikwaliteit. De toerentalregeling van de
messenkooien kan één positie hoger of lager gezet
worden dat de positie die in de tabel aangegeven
staat, om rekening te houden met verschillen in de
condities van het gras, de afgemaaide lengte van
het gras en uw persoonlijke voorkeuren.
2-wielaandrijving
10–11 km/uur
5
5
5
5
6
6
7
7
Toerental messenkooien
met 8 messen
3-wielaandrijving
5–8 km/uur
3
3
3
4
4
4
5
5
6
7
9
9
9
2-wielaandrijving
10–11 km/uur
3
3
3
3
3
4
4
4
5
5
6
7
9