7.4
Instellingen bij externe regelaars
OPMERKING
Schade aan de installatie door verkeerde sensorpositie!
Monteer de sensor van de veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) en de
temperatuurregelaar (TR) op de montageplaats aan de bovenkant van
het cv-toestel ( afb. 30, pagina 26).
▶ Pas bij externe regelaars de sensordompelhuls in diameter op de ge-
bruikte temperatuursensor aan.
▶ Verander de lengte van de dompelhuls niet.
Houd de bedrijfsomstandigheden in hoofdstuk 2.9, pagina 10 en bij de
sensormontage het hoofdstuk 6.14, pagina 26 aan.
• De externe regelaar (gebouwautomatiseringssysteem of PLC) moet
een interne maximale cv-watertemperatuur waarborgen, die vol-
doende afstand heeft tot de STB.
Doel van een optimaal ingestelde regeling is, lange branderlooptijden te
bereiken en een snelle temperatuurvariatie in het cv-toestel te vermij-
den. Soepele temperatuurovergangen hebben een langere levensduur
van de cv-installatie tot gevolg. Voorkom daarom, dat de regelstrategie
van de regelaar zinloos wordt omdat de cv-temperatuurregelaar de bran-
der in- en uitschakelt.
Houd de volgende punten bij de keuze van de regelaar aan:
• De regelaar moet een interne maximale cv-watertemperatuur waar-
borgen, die minimaal 5 K afstand heeft tot de STB.
• Waarborg, dat de regelelektronica de brander in- en uitschakelt en
niet de cv-waterregelaar.
• De regelaar moet waarborgen, dat voor het uitschakelen de brander
in lage belasting wordt gebracht. Wanneer dat niet wordt aangehou-
den, kan activeren van de veiligheidsafsluitarmatuur (SAV) in het gas-
regeltraject optreden.
• Kies de regelaar zodanig en stel deze zodanig in, dat een soepel op-
starten met tijdvertraging vanuit de koude toestand plaatsvindt. De
warmtevraag mag pas met tijdvertraging worden ingeschakeld.
• Na de brandervraag moet bijvoorbeeld een tijdautomaat de brander-
belasting over een tijdsperiode van circa 150 seconden begrenzen
op lage belasting. Daardoor wordt bij begrensde warmtevraag een
ongecontroleerd in- en uitschakelen van de brander voorkomen.
• Op de gebruikte regeling (alternatief op branderregelaar) moet het
aantal branderstarts kunnen worden getoond.
• Bewaak het maximaal aantal branderstarts. Het aantal branderstarts
mag maximaal 6 starts per uur zijn (gemiddeld over de branderlooptijd
op een dag). Bij een hoger aantal moet een melding aan de gebruiker
worden gegeven. Controleer voor de installatie, of het aantal brander-
starts kan worden verminderd. Bij deze optimalisatie van de installatie
kan de servicedienst van de fabrikant ondersteuning verlenen.
Eenheid
Tijdconstante tempe-
s
ratuurregelaar maxi-
maal
Tijdconstante druk-
s
controle/begrenzer
maximaal
Minimale afstand tus-
K
sen branderin- en -uit-
schakeltemperatuur
Tabel 16 Gebruiksvoorwaarden
Uni Condens 8000 F – 6721841566 (2022/08)
8
Schade aan de installatie door verkeerde branderinstelling (overbe-
lasting)!
▶ Let erop, dat de ingestelde waarde niet hoger is dan de op de type-
Schade aan het cv-toestel door verontreinigde verbrandingslucht!
▶ Gebruik het cv-toestel niet bij veel stofvorming (bijvoorbeeld bij
▶ Waarborg voldoende luchttoevoer.
▶ Gebruik of bewaar geen chloorhoudende reinigingsmiddelen en halo-
▶ Reinig de brander indien deze is vervuild tijdens de werkzaamheden,
▶ Vul het inbedrijfstellingsprotocol in ( hoofdstuk 15.3, pagina 45).
8.1
Indien er meerdere cv-circuits zijn in de cv-installatie, moeten die na el-
kaar gespoeld worden.
Spoel de cv-installatie voor de inbedrijfstelling, om verontreinigingen in
het cv-toestel te vermijden.
▶ Spoel de installatie voor de aansluiting op het cv-toestel.
-of-
▶ CV-aanvoer en cv-retour op het cv-toestel vergrendelen.
▶ CV-aanvoer op een wateraansluiting aansluiten.
▶ Sluit de slang aan de cv-retour van de cv-installatie aan.
▶ Leid de slang van de cv-retour naar een afvoer.
▶ Open de aangesloten verbruiker (bijvoorbeeld radiatoren).
▶ Spoel de cv-installatie met drinkwater, tot er proper water uit de cv-
▶ CV-installatie aftappen.
8.2
De testdruk wordt bepaald door de in de verwarmingsinstallatie heer-
sende druk en bedraagt het 1,3-voudige van die druk, echter ten minste
1 bar.
▶ Voer een dichtheidstest uit overeenkomstig de lokale voorschriften.
Waarde
40
40
7
Inbedrijfname
OPMERKING
plaat van de condensatietoestel aangegeven nominale belasting
Qn(Hi).
OPMERKING
bouwwerkzaamheden in de opstellingsruimte).
geen-koolwaterstoffen (bijvoorbeeld in spuitbussen, oplos- en reini-
gingsmiddelen, verf, lijm) in de opstellingsruimte.
voor de inbedrijfstelling.
CV-installatie spoelen
retour stroomt.
Dichtheidsproef uitvoeren
Inbedrijfname
33