Installatie
Neutralisatiesysteem installeren
Voor de installatie en het onderhoud van het neutralisatiesysteem:
▶ Houd de installatie-instructie van het neutralisatiesysteem aan.
▶ Sluit de afvoerslang [1] op de condensuitloop met slangklem aan.
In het algemeen moet het condenswater via de rookgasafvoerbuis in het
cv-toestel lopen. Als dat niet mogelijk is, mogen in de afzonderlijke slan-
gen alleen roestvast stalen of kunststof T-stukken worden gebruikt. Mon-
teer bij keramische rookgasinstallaties een slibafscheider (spuiklep).
Afb. 14 Neutralisatiesysteem installeren
[1]
Afvoerslang
6.7
Minimum drukwachter en minimum drukbegrenzer
(accessoires) installeren
Bouw bij cv-toestellen < 300 kW een minimaledrukbegrenzer in!
Bij cv-toestellen ≥ 300 kW moet een minimaledrukbegrenzer ingebouwd
zijn!
▶ Sluit de minimum drukwachter resp. minimaledrukbegrenzer (met
een overgangstuk R½ naar R¼) op de aansluiting MDW/MDB aan het
toestel aan.
Afb. 15 Aansluitingen op cv-toestel Uni Condens 8000 F
20
6.8
Installeer een beveiliging tegen watertekort
(accessoires)
▶ Monteer voor cv-toestellen > 300 kW beveiliging tegen watertekort
respectievelijk een minimaledrukbegrenzer.
▶ Houd voor de installatie, instelling en de bediening de technische do-
cumenten van de fabrikant aan.
▶ Installeer de beveiliging tegen watertekort in de aansluitbuis voor de
beveiliging tegen watertekort (WMS).
Wanneer de voorziene aansluiting WMS niet gebruikt wordt voor de in-
stallatie van een beveiliging tegen watertekort:
▶ Verwijder kunststofstop.
▶ Sluit de aansluiting WMS af met een stop.
6.9
Vul het cv-toestel en controleer de aansluitingen op
dichtheid
GEVAAR
Lichamelijk letsel en/of schade aan de installatie door overdruk bij
de lektest!
Druk-, regel- of veiligheidsinrichtingen kunnen beschadigd worden bij te
hoge druk.
▶ Waarborg dat op het tijdstip van de dichtheidstest geen druk-, regel-
of veiligheidsinrichtingen zijn gemonteerd, die t.o.v. de waterruimte
van het cv-toestel niet kunnen worden afgesloten.
De hoogte van de testdruk is afhankelijk van de installatiecomponenten
en van het verwarmingsnet. Houd de nationale voorschriften en normen
aan.
De cv-installatie moet voor de inbedrijfstelling op dichtheid worden ge-
controleerd, zodat er geen lek optreedt tijdens het gebruik van de cv-in-
stallatie.
▶ Vul de cv-installatie met cv-water ( hoofdstuk 8.1, pagina 33 en
hoofdstuk 8.3, pagina 34).
▶ Controleer de aansluitingen op dichtheid.
▶ Dichtheidstest cv-installatie.
▶ Controleer de flensverbinding en de cv-toestelaansluitingen.
▶ Buizensysteem op dichtheid controleren.
▶ Na de dichtheidstest alle buiten werking gestelde onderdelen weer in
werking zetten.
▶ Zorg ervoor, dat alle druk-, regel- en veiligheidsinrichtingen correct
functioneren.
0010011575-001
Uni Condens 8000 F – 6721841566 (2022/08)