1
Afb. 24 Manometer voor gesloten installaties
[1]
Rode wijzer
[2]
Manometerwijzer
[3]
Groene markering
VOORZICHTIG:
Gevaar voor de gezondheid door verontreiniging van het drinkwater!
▶ Houd de nationale voorschriften en normen ter voorkoming van ver-
ontreiniging van het drinkwater aan.
▶ Houd voor Europa de EN 1717 aan.
▶ Vul cv-water bij of tap dit via de plaatselijke vul- en aftapkraan af, tot
de gewenste bedrijfsdruk is bereikt.
▶ Ontlucht de cv-installatie tijdens het vullen via de ontluchtingsventie-
len op de radiatoren.
7.2
Dichtheid controleren
Controleer voor de eerste inbedrijfname alle buisdelen op externe dicht-
heid.
GEVAAR:
Explosiegevaar!
Wanneer lekkages optreden aan de gasleidingen en gasaansluitingen,
bestaat explosiegevaar.
▶ Voer een lekdetectie uit met schuimvormend middel.
OPMERKING:
Materiële schade door kortsluiting!
Vloeistoffen op elektrische onderdelen die onder spanning staan kunnen
een kortsluiting veroorzaken.
▶ Voor de lekdetectie: dek elektrische componenten af.
▶ Sproei het lekdetectiemiddel niet op kabeldoorvoeren, stekkers of
elektrische kabels.
▶ Waarborg, dat geen lekdetectiemiddel op elektrische componenten
druppelt.
▶ Veeg het lekdetectiemiddel zorgvuldig af om corrosie te vermijden.
▶ Controleer de nieuwe leidingen tot aan het afdichtingspunt direct bij
het gasregelblok op uitwendige dichtheid. De testdruk mag bij de
ingang van het gasregelblok maximaal 150 mbar bedragen.
Voer een lekdetectie uit op alle verbindingen met een schuimvormend
middel wanneer bij de dichtheidstest een lekkage wordt vastgesteld.
Het middel moet goedgekeurd zijn als testmiddel gasdichtheid.
▶ Documenteer de dichtheidstest in het inbedrijfnameprotocol.
Condens 7000 F – 6720871559 (2019/11)
7.3
Vraag de gaskenwaarden (Wobbe-index en verbrandingswaarde) op bij
2
het gasbedrijf en noteer dit in het inbedrijfnameprotocol
( hoofdstuk 17.6, pagina 67).
3
Wanneer in bestaande installaties het cv-toestel moet worden vervangen:
▶ Stem met het gasbedrijf af, dat de nominale gasdruk conform
tabel. 10, pagina 29 wordt aangehouden.
7.4
De brander is af fabriek bedrijfsgereed en wordt met behulp van de mee-
6 720 615 876-59.2T
geleverde gasplaten op de aanwezige gassoort (aardgas E/LL) aange-
past.
▶ Vraag het gasbedrijf naar de geleverde gasgroep resp. het bereik
(gassoort) daarvan.
▶ Bepaal aan de hand van de informatie van het gasbedrijf en de speci-
ficaties in de tabel 8 en 9 , welke gasplaat nodig is.
▶ Controleer of de benodigde gasplaat is ingebouwd.
▶ Vervang, indien nodig, de gasplaat in het kader van de inbedrijfname
( hoofdstuk 7.5).
7.5
7.5.1
De ombouw naar een andere gassoort gebeurt door het vervangen van
de ingebouwde gasplaat. Instelling van de gas-lucht-verhouding is niet
nodig, het gasregelblok is ingesteld en afgedicht.
▶ Schakel de cv-installatie via de aan/uit-schakelaar op de regelaar
( technische documentatie regelaar) uit.
▶ Sluit de gaskraan.
▶ Verwijder de bovenste ketelvoorwand en de linker zijwand
( hoofdstuk 11.1, pagina 33).
Afb. 25 Demonteren gasplaat
[1]
[2]
[3]
[4]
[5]
▶ Verwijder vier inbusbouten [4] op de aansluitflens [3] en beweeg de
flens voorzichtig weg van de armatuur. Let erop, dat de gasleiding
niet [2] wordt beschadigd en/of geknikt.
Wanneer de verbinding onder mechanische spanning staat, kan voor een
eenvoudigere demontage de gasleiding worden gedemonteerd.
Noteer de gaswaarden
Cv-toesteluitrusting controleren
Cv-toestel naar een andere gassoort ombouwen
Ombouw binnen de aardgasfamilie
3
2
1
Compensatieleiding
Gasbuis
Aansluitflens
Inbusbouten (4x)
Meetleiding voor gasuitgangsdruk
Inbedrijfname
4
5
0010014080-001
25