Voorschriften
3.6
Kwaliteit van het cv-water
Let op de waterkwaliteit. Een slechte waterkwaliteit leidt in cv-installa-
ties tot beschadigingen door verkalking en corrosie.
De kwaliteit van het water speelt een belangrijke rol voor het verhogen
van het rendement, de werkingszekerheid, de levensduur en de functio-
naliteit van een cv-installatie.
▶ Neem de eisen uit het meegeleverde 'Logboek waterkwaliteit' in acht.
▶ De garantie voor het cv-toestel geldt alleen in combinatie met de na-
leving van de eisen aan de waterkwaliteit en een bijgehouden log-
boek.
3.7
Kwaliteit van de leidingen
OPMERKING:
Schade aan het cv-toestel door corrosie!
▶ Gebruik het cv-toestel niet in een installatie met natuurlijke circulatie
of in een open cv-installatie.
Bij gebruik van kunststof leidingen in de cv-installatie, bijvoorbeeld voor
vloerverwarmingen, moeten deze leidingen zuurstofdicht zijn conform
DIN 4726/4729. Wanneer de kunststofleidingen niet aan deze normen
voldoen, moet een systeemscheiding via een warmtewisselaar worden
uitgevoerd.
3.8
Kwaliteit verbrandingslucht
▶ Houd de verbrandingslucht vrij van agressieve stoffen (bijvoorbeeld ha-
logeenkoolwaterstoffen, die chloor- of fluorverbindingen bevatten) om
corrosie te vermijden.
▶ Houd de verbrandingslucht vrij van stof of gebruik het accessoireset
"luchtfilters".
12
3.9
Luchttoevoer/rookgasafvoeraansluiting/ventilatie-
openingen
Voorzie de opstellingsruimte van de benodigde verbrandingsluchtope-
ningen en ventilatieopeningen naar buiten toe.
Opstellingsruimten mogen niet mechanisch worden be- of ontlucht.
WAARSCHUWING:
Levensgevaar door vergiftiging!
Vergiftigingsgevaar door rookgassen bij onvoldoende luchttoevoer.
▶ Waarborg, dat in elke bedrijfsmodus de luchttoevoer door passende
openingen naar de buitenatmosfeer is gegarandeerd.
▶ Informeer de vakman over de noodzaak van de openingen.
Voor het open bedrijf geldt:
▶ Minimale grootte van de verbrandingsluchtopening conform tab. 4
1)
uitvoeren
.
Keteltype [kW]
minimale verbrandingsluchtopening [cm
75
100
150
200
250
300
Tabel 4 Verbrandingsluchtopeningen
▶ Plaats geen objecten voor deze openingen.
▶ Houd de verbrandingsluchtopeningen altijd vrij.
Voor het gesloten bedrijf geldt:
De opstellingsruimte moet voor de ruimteventilatie een naar de buitenat-
mosfeer open ventilatieopening hebben van minimaal 150 cm
latieopeningen van minimaal 2 x75 cm
stromingstechnisch equivalente doorsneden.
Bij een nominaal vermogen van meer dan 100 kW is een bovenste en on-
derste ventilatieopening van elk 150 cm
100 kW moeten de ventilatieopeningen met 1 cm
▶ Plaats geen objecten voor deze openingen.
▶ De ventilatieopeningen moeten altijd vrij zijn.
▶ Bereken de afmetingen van de toevoerluchtleiding conform de gel-
dende voorschriften.
Het cv-toestel moet op een rookgasafvoersysteem gebruikt worden.
▶ Neem de nationale en plaatselijke voorschriften in acht.
▶ Neem de bijgevoegde documentatie 'Aanwijzingen met betrekking tot
de rookgasafvoer' in acht.
Meer informatie over de luchttoevoer/rookgasafvoer-aansluiting zie
hoofdstuk 5.6, pagina 17.
3.10
Vorstbescherming
▶ Houd voor de instellingen van de vorstbescherming de betreffende
technische documentatie van de geinstalleerde regelaar in acht.
1) Bovendien moeten de nationale en lokale voorschriften in acht worden genomen.
Condens 7000 F – 6720871559 (2019/11)
2
]
200
250
350
450
550
650
2
of venti-
2
of leidingen naar buiten toe met
1)
2
nodig. Voor elke kW boven
2
worden vergroot.