5
Installatie
5.1
Eisen voor de opstellingsruimte
GEVAAR:
Brandgevaar door ontbrandbare materialen of vloeistoffen!
▶ Bewaar geen ontvlambare materialen of vloeistoffen in de onmiddel-
lijke nabijheid van het cv-toestel.
OPMERKING:
Materiële schade door verontreinigde verbrandingslucht!
▶ Gebruik geen chloorhoudende reinigingsmiddelen en halogeenkool-
waterstoffen (bijvoorbeeld in spuitbussen, oplos- en reinigingsmid-
delen, verf, lijm).
▶ Bewaar of gebruik deze stoffen niet in de stookruimte.
▶ Houd de verbrandingslucht vrij van stof of gebruik het accessoireset
"luchtfilters".
OPMERKING:
Materiële schade door oververhitting!
Niet toegestane omgevingstemperaturen kunnen beschadiging van de
cv-installatie tot gevolg hebben.
▶ Waarborg dat de omgevingstemperaturen boven 0 °C en onder
35 °C ligt.
OPMERKING:
Materiële schade door vorst!
▶ Plaats de cv-installatie in een vorstvrije ruimte.
5.2
Voorkom geluidsbelasting voor de eindklant
▶ Gebruik in een gevoelige omgeving (bijvoorbeeld woningbouw) de
geluidsisolerende maatregelen van de fabrikant (rookgasgeluiddem-
per, expansiestukken).
5.3
Afstanden tot de wand
Houd bij de bepaling van de opstellingslocatie de afstanden voor de
rookgasafvoer en de aansluiting van de leidinggroep aan ( afb. 10).
Houd eventueel rekening met extra benodigde afstanden tot de wand van
andere componenten, zoals bijvoorbeeld boiler, buisverbindingen of an-
dere onderdelen aan de rookgaszijde.
Condens 7000 F – 6720871559 (2019/11)
Afb. 10 Afstanden tot de wand in de opstellingsruimte
(rechtse uitvoering)
Afb. 11 Afstanden tot de wand in de opstellingsruimte
(linkse uitvoering)
Maat
minimaal
A
B
1)
C
D
1)
E
1) Deze afstandsmaat is afhankelijk van het ingebouwde rookgasafvoersysteem.
Tabel 5 Aanbevolen en minimale afstanden tot de wand
Installatie
0010012544-001
0010013513-001
Afstand
[mm]
aanbevolen
600
1000
100
400
–
–
800
1000
150
400
15