20
Onderhoud – aandrijving
20.3
Aandrijving bodemketting
Nieuwe olie via de olievulboring (2) tot aan de controleboring (5) bijvullen.
De sluitschroef van de vulboring (2) monteren, aandraaimoment
De controleschroef van de controleboring (5) monteren, aandraaimoment
20.3
Aandrijving bodemketting
De aandrijving van de bodemketting bevindt zich aan de rechter en linker machinezijde.
LW000-332
De veiligheidsroutine "Oliepeilcontrole, olieverversing en filterelementvervanging veilig
uitvoeren" in acht nemen,
Oliepeil controleren
Het oliepeil moet tot aan midden van het kijkglas (2) reiken.
Wanneer de olie niet tot het midden van het kijkglas (2) reikt:
De sluitschroef van de olievulboring (1) demonteren.
Olie via de olievulboring (1) tot het midden van het kijkglas (2) bijvullen.
De sluitschroef van de olievulboring (1) monteren, aandraaimoment
Olie verversen
ü Voor uittredende olie is een geschikt reservoir aanwezig.
De sluitschroef van de olievulboring (1) demonteren.
De aftapschroef (3) demonteren en olie aftappen.
De aftapschroef (3) monteren, aandraaimoment
Nieuwe olie via de olie-vulboring (1) tot het midden van het kijkglas (2) bijvullen.
De sluitschroef van de olievulboring (1) monteren, aandraaimoment
260
zie
Pagina 29.
zie
zie
Pagina 227.
zie
zie
Pagina 227.
Pagina 227.
zie
Pagina 227.
Originele handleiding 150000947_03_nl
Pagina 227.
MX 330 GL